Buitenland

Ellen van Dam bleef, ondanks aardbeving en tsunami

YAMADA – De Noord-Brabantse Ellen van Dam kijkt vanuit haar kantoor in het gemeentehuis van de Japanse stad Yamada uit op een woestenij. De tsunami van 11 maart en de daaropvolgende brand lieten hier weinig staan. Veel buitenlandse collega’s, en zelfs in Yamada geboren en getogen inwoners vertrokken. Van Dam bleef.

Van onze correspondent
6 June 2011 10:20Gewijzigd op 14 November 2020 15:17
Ellen van Dam. Foto Kjeld Duits.
Ellen van Dam. Foto Kjeld Duits.

De 29-jarige lerares Engels uit Deurne was afgelopen maart plotseling dagelijks in het nieuws. Net voordat de aardbeving en de tsunami toesloegen was ze een lange strandwandeling gaan maken van Yamada naar het 25 kilometer verder gelegen Miyako. Pas vier dagen later kon de Nederlandse ambassade eindelijk contact met haar leggen. Zij was daarmee de laatste van de vermiste Nederlanders.

„Ik voelde de aardbeving wel, maar er was niets waaraan ik kon zien dat het ernstig was”, zegt Van Dam. Kort daarvoor was er op een zware aardbeving geen tsunami gevolgd. „Maar toen ik in Miyako aankwam zag ik dat de rivier heel hoog was en het water de straat in liep. Ik zag dat mensen heel hard begonnen te rennen, dus ik ben gaan meerennen.”

Dat betekende haar redding. „Ik was die dag een halfuur eerder weggegaan omdat ik vroeger klaar was met werk. Anders was ik nog op het strand geweest.”

Aanvankelijk realiseerde ze zich niet hoe ernstig de situatie was. „Ik dacht de bus terug te nemen, maar die reed natuurlijk niet. Daarna dacht ik terug te lopen, maar de politie had de weg afgezet.” Ze bracht de nacht door in een lagere school waar een Japanse vrouw zich over haar ontfermde.

„We zaten op stoelen en hadden te weinig dekens. Ik deelde er een met een oudere vrouw. Die zat me steeds in te stoppen. Ze had het liefst nog gehad dat ik met haar was meegegaan – zo bezorgd was ze.”

De volgende dag besloot Van Dam toch terug te lopen. Aanvankelijk langs de zee, maar dat bleek al snel te gevaarlijk. „Er was weer een tsunamiwaarschuwing, dus ben ik de bergen ingegaan.” Dat schiep nieuwe problemen; ze kende de weg niet. Toen ze mensen om hulp vroeg, ontfermde zich weer iemand over haar. „Een kennis van hen heeft me naar een bergweg begeleid. Toevallig kwamen we een vriend van hem in een vrachtwagen tegen. Die heeft ons een heel stuk naar Yamada gereden.”

Dicht bij Yamada werden ze tegengehouden door het Japanse leger. „Soldaten waren al druk bezig de wegen puinvrij te maken.” De militairen raadden Van Dam af verder te gaan, maar ze was niet van haar plan af te brengen. „Ik ben dwars door een supermarkt heen gelopen. Zelfs over een dak heen.” Weer werd ze geholpen „Er waren mensen die van hoger af aanwijzingen gaven. Anders was het niet gelukt, want er viel niets meer te herkennen.”

In Miyako had iedereen haar verteld dat Yamada volledig was verwoest. „Ze zeiden dat er veel mensen waren omgekomen en dat mijn huis er niet meer stond.” Ze bofte. Het stond er nog en haar vrienden en collega’s leefden.

Op het gemeentehuis van Yamada was men dolblij haar te zien. „We wisten niet waar ze was en waren enorm ongerust”, zegt locoburgemeester Shoichi Sato. Hij laat de lijst zien van vermiste werknemers van de stad. De naam van Van Dam heeft hij omcirkeld.

Hij is onder de indruk van het feit dat Van Dam besloot te blijven werken in Yamada. „Zo’n 30 tot 40 procent van de buitenlandse leerkrachten heeft zijn contract opgezegd”, zegt hij.

Yamada heeft een speciale band met Nederland. In 1643 deed het Nederlandse schip Breskens tweemaal Yamada aan om voedsel en water in te slaan. Het bezoek van de Nederlandse zeelieden liet zo’n diepe indruk na dat in 1964 een eiland voor de kust herdoopt werd tot Orandajima – ”Nederlandse eiland”.

„Ellen heeft deze band met Nederland verstevigt”, zegt locoburgemeester Sato. „Ik hoop dat ze trouwt en hier blijft.”

Trouwen hoeft niet voor de nuchtere Nederlandse, maar blijven wil Ellen van Dam wel. „Dit is meer mijn thuis dan Nederland.”

Ze houdt enorm van de Japanse mentaliteit. „Men denkt dat Japanners geen emoties uitdrukken, maar dat is helemaal niet zo. En ik vind de werksfeer heel prettig. Niemand klaagt als hij moet overwerken. Iedereen helpt elkaar. Er is wel hiërarchie, maar je merkt er weinig van. We zijn allemaal vrienden.” Ze komt zelfs nog regelmatig bij haar vorige baas over de vloer.

„Je wordt snel geaccepteerd. Ik hoor van mensen die ook Engelse les gaven dat ze na een paar jaar naar huis gingen. Dan sluit je je af, denk ik. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik niet welkom ben.”

In tegenstelling tot het heersende beeldype vindt Van Dam dat Japanners erg open zijn. „Nederlanders zoeken er vaak wat achter, en denken dat het nep is, maar ik denk dat weinig mensen zo open zijn als Japanners.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer