Buitenland

Verdrijving van Joden uit Midden-Oosten was géén mythe

JERUZALEM – Leiders in het Midden-Oosten beschuldigen Israël er voortdurend van „de mythe” van de Holocaust in het leven te hebben geroepen om zijn bestaan als Joodse staat te rechtvaardigen. Op hun beurt blazen de Palestijnen de mythe van de nakba –de „verdrijving” van de Palestijnen door Israël– op tot een historische realiteit.

Martin Janssen
3 June 2011 12:04Gewijzigd op 14 November 2020 15:16
VN-vlag. beeld EPA
VN-vlag. beeld EPA

De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties nam op 29 november 1947 een resolutie aan waarin het Heilige Land werd opgedeeld in twee staten, een Joodse en een Palestijnse. Het Joodse volk accepteerde deze resolutie, maar alle Arabische staten wezen hem vierkant van de hand.

Op 15 mei 1948 vielen de gezamenlijke legers van zeven Arabische landen de nieuwe staat Israël aan met de bedoeling deze te vernietigen. Palestijnse en Arabische leiders moedigden de Palestijnen aan hun huizen en bezittingen te verlaten, met de belofte dat ze spoedig zouden terugkeren in het kielzog van de triomferende Arabische legers. Het pakte echter anders uit en het Palestijnse vluchtelingenprobleem werd geboren.

Tijdens de vergadering van de VN in 1947 hadden de Arabische landen reeds gewaarschuwd dat ze de Joodse gemeenschappen in het Midden-Oosten als gijzelaars zouden gebruiken om de stichting van Israël te voorkomen. De waarheid is echter dat de Joden in het Midden-Oosten reeds lang vóór 1948 in een benauwde situatie terecht waren gekomen als gevolg van een ingewikkeld samenspel van Europese en Arabische politieke stromingen.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog woedde er in het Midden-Oosten een strijd om de ziel van de Arabische wereld tussen enerzijds het seculiere Arabische nationalisme en anderzijds de islamitische stroming. Ze hadden echter het antisemitisme met elkaar gemeen, zodat ongeacht de uitkomst van deze strijd het lot van de Joodse gemeenschappen in het Midden-Oosten reeds bezegeld leek. De stichting van de staat Israël in 1948 was daarom niet de oorzaak van dit Arabisch antisemitisme. Israël was juist het laatste toevluchtsoord voor deze Joodse gemeenschappen, de oudste ter wereld.

De tragiek van de honderdduizenden verdreven Joden uit de Arabische landen is vooral het feit dat het antisemitisme achter dit massale vertrek eenvoudigweg wordt genegeerd of verzwegen. Rest slechts de vraag naar de waarde van de goederen en gelden die deze ontheemden gedwongen moesten achterlaten. Deze vraag heeft de laatste jaren aan belang gewonnen, omdat de Palestijnse eis tot financiële compensatie voor de Palestijnse vluchtelingen en hun recht op terugkeer succesvolle vredesbesprekingen onmogelijk maakt. Zo diende de Palestijnse Autoriteit in 1999 een claim tot schadevergoeding in bij de Europese Unie ter hoogte van 670 miljard dollar.

Hebkal M.Haddad, de voorzitter van de Wereld Organisatie van Joden uit de Arabische Landen, schat de waarde van de door Joden achtergelaten bezittingen op zo’n 300 miljard dollar. Zijn organisatie bezit verder eigendomsbewijzen van in totaal 100.000 vierkante meter land.

De tijd lijkt rijp om al dit bewijsmateriaal te gebruiken om eveneens een claim van Israëlische zijde in te dienen bij de Europese Unie. In de wetenschap dat de verliezen aan Palestijnse zijde slechts een fractie zijn van de goederen, landerijen en bezittingen die de Joden in het Midden-Oosten moesten achterlaten.

Dit is het laatste artikel in een serie van drie over de Joodse gemeenschap in de Arabische wereld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer