Binnenland

Doosje met aas mag in de koelkast

ALMELO – Sportvisserij Nederland geeft jaarlijks zo’n 200 vislessen op basisscholen. „We willen graag dat kinderen op de juiste manier leren vissen en zorgvuldig met de vis leren omgaan”, zegt Evert Dijkhof, voorlichter van Sportvisserij Nederland.

Marie Verheij
3 June 2011 13:36Gewijzigd op 14 November 2020 15:15

„Er zijn in Nederland 2 miljoen sportvissers, onder wie een half miljoen kinderen”, zegt Evert Dijkhof in groep 8 van De Oosteres, een openbare school voor speciaal onderwijs in Almelo.

De visles wordt gegeven door vrijwilliger Ivo Nijboer van de plaatselijke hengelsportvereniging. In het lokaal luisteren zes meisjes en negen jongens met interesse. Op de vraag wie er wel eens heeft gevist, steekt ongeveer de helft een vinger op. Niet alleen jongens, maar ook enkele meisjes blijken te vissen.

Meester Hammink is zelf een verwoed visser. Ooit had hij een jongen in de klas die ADHD had. Hij wist hem via het vissen op het goede pad te krijgen. „Die jongen werd door het vissen rustig. Hij heeft nu een eigen bedrijf en is lid van de hengelsportvereniging.”

Ondertussen vertelt Nijboer aan de hand van een powerpointpresentatie enthousiast over de leefomgeving van de vissen, zoet- en zoutwatervissen, voortplanting van vissen en wat je allemaal nodig hebt bij sportvissen.

Ook vertelt hij dat je alleen mag vissen met een vispas, maar dat kinderen onder de veertien jaar gratis met een volwassene mee mogen vissen. Willen kinderen alleen gaan vissen, dan hebben ze de jeugdvispas nodig.

„Voelen ze iets als ze worden gevangen?” wil Romy weten. Nijboer: „De vissen voelen er weinig van. Als je goed vist, doet het de vis geen pijn, dus moet je oefenen. Zorg met elkaar ook voor schoon water. In vies en vuil water kan een vis moeilijk leven en eten vinden. Wij wonen toch ook het liefst in een fijn huis in een prettige buurt met een supermarkt in de buurt?”

Na een uur deelt Dijkhof lespakketten uit. Na de theorie volgt praktijk. Dijkhof legt het uit met een haak en een rubberen visje. Zo moeten de scholieren eerst leren: het haakje verdwijnt in de bek van de kunstvis en kan probleem- en pijnloos worden verwijderd. „Zorg dat je de vis met natte handen aanpakt en in een emmer water bewaart, of liever meteen terugzet. De vis heeft geen pijn gehad en zwemt gewoon door. Let goed op dat haakje: je vindt het zelf ook niet leuk om een haak in je vel te krijgen.”

Direct na de middagpauze staan de leerlingen te hengelen langs de Loolee, een beek op tien minuten loopafstand van school. Ze krijgen allemaal een groen plastic doosje met wriemelend aas erin. Brian rilt, hij vindt het maar niks. „Meneer, ik durf niet.” Later vangt hij een ruisvoorn en dan krijgt hij er schik in. „Al sta ik te trillen op mijn benen.”

Marlena vangt tot haar eigen verbazing een baars. De hoogste visscore is van Ashley, een fragiel meisje dat nog nooit heeft gevist en dat om een lichtere hengel had gevraagd. In korte tijd trekt ze drie vissen omhoog.

Het groene doosje met aas mogen de leerlingen houden. Ze willen weten hoe lang de inhoud goed blijft. Hammink lacht. „Een week in de koelkast. Maar ik weet niet of je moeder dat leuk vindt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer