Volgens buitenlandse verslaggevers worden pleinen en universiteiten in Binnen-Mongolië in de gaten gehouden door agenten. „Het ligt een beetje gevoelig allemaal”, aldus een anonieme agent in de stad Xilinhot, het epicentrum van de onrust.

De betogingen begonnen op 10 mei, toen een Mongoolse herdersjongen werd overreden door een truck, bestuurd door een Han-Chinees. Daarop kwamen honderden mensen bijeen om te demonstreren tegen de Chinese overheersing van het gebied. De betoging werd door de politie uiteengeslagen. De dagen erna volgden her en der ook nog demonstraties.

Binnen-Mongolië huisvest bijna 25 miljoen mensen. Een minderheid van de inwoners is etnisch Mongools (17 procent). Zij stellen dat hun taal, cultuur en gewoonten worden onderdrukt door Peking. Zo mogen herders bijvoorbeeld hun kuddes niet meer overal laten grazen, onder het mom van milieubescherming. Ook een van de bekendste Mongoolse dissidenten, Hada, wordt telkens door de politie lastiggevallen.

De problemen in de regio worden volgens de Mongolen overschaduwd door de incidenten in Tibet en Xinjiang, die veel meer aandacht krijgen. Ook dat zijn gebieden die in het verleden door China zijn ingelijfd en tot ongenoegen van de oorspronkelijke inwoners de afgelopen decennia steeds verder in de Volksrepubliek worden geïncorporeerd.

China stelt echter dat die gebieden door het beleid van Peking worden ondersteund. Zo gaan er steeds meer kinderen naar school en is er meer werk, aldus de communisten. Verder wordt geïnvesteerd in de mijnbouw. Ook komen er transportverbindingen en worden er betere woningen gebouwd.