Erdogan, die een goede relatie onderhoudt met de Syrische leider, voert de druk steeds meer op. De premier wil dat het land meer een democratie wordt, maar eiste niet dat Assad aftreedt. Turkije probeert al meer dan een maand het conflict op te lossen door gesprekken met Assad. Vorige week waarschuwde minister Ahmet Davutoglu van Buitenlandse Zaken Syrië dat de tijd nu wel begint te dringen.

Tijdens de G8-top lieten de leiders weten ontzet te zijn door het brute geweld tegen de demonstranten. Ook Rusland vroeg Assad om de roep van het volk om meer democratie te beantwoorden. Woensdag zal een resolutie tegen het geweld in Syrië worden voorgelegd aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Meerdere EU-landen hopen dat Rusland en China deze resolutie zullen accepteren.

Assad lijkt zich niets aan trekken van de kritiek van de andere landen. Vrijdag zijn volgens mensenrechtenorganisaties minstens acht mensen gedood tijdens de demonstraties tegen het regime. Duizenden Syriërs schreeuwden in de nacht van donderdag op vrijdag tot vrijdagochtend „Allah Akbar” in protest tegen de geheime dienst, die donderdag honderden demonstranten had beschoten. Drie mensen in de stad Deal zijn vervolgens op hun dak doodgeschoten.

Ook in andere steden sloegen ordetroepen hard in op betogers. Zo zagen ooggetuigen scherpschutters op de daken van meerdere gebouwen. De veiligheidstroepen zouden vijfduizend man in de stad Deir ez-Zor met schoten hebben geprobeerd uiteen te drijven. Ook zouden ordetroepen in de stad de demonstranten hebben opgewacht met knuppels. In Damascus was sprake van net zulke praktijken.

Volgens mensenrechtenorganisaties zijn minstens duizend mensen omgekomen tijdens de opstand in Syrië. Meer dan tienduizend demonstranten zouden sinds 15 maart zijn gearresteerd.