Dat viel donderdag tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op te maken uit de woorden van de zegsman van de Nationale Goede Doelen Loterijen NV. Staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) onderzoekt hoe meer en andere aanbieders dan nu toegelaten kunnen worden op de kansspelmarkt. Veel Nederlanders gokken jaarlijks al via kansspelsites, al is dat in feite niet legaal. Met een vergunningstelsel voor onlinekansspelen zou daar meer controle op kunnen komen.

Ook Alexander Rinnooy Kan van het Goeden Doelen Platform is bezorgd. „Bezint eer ge begint. Is een traditie eenmaal geofferd, dan wordt ze niet snel meer geherstructureerd.” Ook hij is bang dat de gokkers een deel van hun huidige gokbudget gaan besteden aan onlinespelen. Daarvan verwacht ook hij een veel mindere afdracht tot nut van het algemeen.

Uit de hoek van de verslavingszorg kwamen donderdag kritische geluiden. Een vertegenwoordiger van het Trimbos Instituut vroeg zich af er wel genoeg bekend is over de consequenties van het nieuwe beleid: „Of nemen we de gok?” Hij stelde zich op het standpunt dat meer mogelijkheden ook meer problemen zullen bieden. Gokken via internet is natuurlijk heel toegankelijk en je kunt het doen zonder dat iemand je bijstuurt. En dat allemaal terwijl er bezuinigingen op de zorg voor de deur staan, huiverde de sector tegenover de Kamer.

Gokverslaving is overigens wel een verschijnsel dat aan het vergrijzen is. Boven de veertig neemt het toe, daaronder is het juist minder geworden, aldus een woordvoerster van GGZ Nederland.

Uit de huidige loterijen komt nu per jaar 900 miljoen euro voort: de helft voor particuliere (goede) initiatieven, de helft voor de overheid.