Poolse supermarkt wint aan populariteit
UTRECHT – Verstopt in een zijstraatje in de Utrechtse wijk Zuilen staat de Poolse supermarkt Lowiczanka. Vooral Pools bier vindt gretig aftrek. „Die is sterker dan Grolsch en Heineken”, glimlacht eigenaar Joanna Remkes-Kucharczyk (31).
Zowel binnen als buiten de supermarkt wappert een rood-witte vlag. Zelfs de etalage is uitgedost in genoemde kleuren. „Polen zijn patriottistisch”, verklaart Remkes.
Aan haar vocabulaire is niets aan te merken, maar haar meisjesnaam verraadt Oost-Europese wortels. De Poolse kwam twaalf jaar geleden als 19-jarige naar Nederland voor een studie aan de Hogere Hotelschool in Apeldoorn.
Na een paar baantjes in de hotelbranche vond Remkes het wel welletjes. Drie jaar geleden nam ze de Polski Sklep van haar zus in Utrecht over. „Ik wilde altijd al graag een eigen zaak hebben. Toen ik de kans kreeg, heb ik die met twee handen aangegrepen.” Remkes runt de winkel met behulp van een oproepkracht die twee dagen in de week de kassa bemand.
Lowiczanka betekent ”het meisje uit Lowicz”, een stadje op ongeveer 80 kilometer afstand van Warschau; de geboorteplaats van Remkes. In de supermarkt liggen enkel Poolse producten uitgestald. Zoals ”bigos”, een zuurkoolschotel gevuld met spek, paddenstoelen en pruimen. „Een echte delicatesse”, vertelt Remkes. Datzelfde geldt voor ”gobalki”: koolbladeren gevuld met rijst en gehaktballetjes in tomatensaus. Populair bij Oost-Europeanen en Nederlandse consumenten.
Polen houden van „zwaar eten”, vertelt Remkes. „Het liefst gebruiken ze zowel in de middag als in de avond een warme maaltijd.” Vooral vlees is favoriet, aldus Remkes. „Aan de eigen hammen en worsten vinden ze meer smaak zitten dan aan Nederlandse vleesproducten.”
Sowieso heeft de Pool andere voorkeuren dan de Nederlander. Dat blijkt ook wel uit de populariteit van ”flaki”, een soep waarin de ingewanden van een varken drijven. Niet iets waar de Nederlandse consument nou meteen warm voor loopt.
Wat ook opvalt in Lowiczanka is het grote aantal soorten babyvoeding. „Polen zijn ervan overtuigd dat het voor de opvoeding van kinderen goed is dat ze smaken kunnen onderscheiden”, verklaart Remkes de breedte van het assortiment.
Een delicatesse waarvoor Polen graag een ommetje maken naar de supermarkt is het gewilde ”oscypki”, gerookte kaas van gezouten schapenmelk. De kazen, die al eeuwenlang gemaakt worden door de plaatselijke bevolking in het Tatragebergte, genieten een beschermde status in Europa.
De Poolse supermarkt is in opkomst. Er zijn er inmiddels zo’n twintig in Nederland, schat de Poolse. De meeste daarvan zijn gesitueerd in de grote steden. Opvallend genoeg staat er maar één Poolse supermarkt in Utrecht. „In Utrecht en omgeving wonen ongeveer 300 à 400 Polen. De meesten van hen zijn lid van de Rooms-Katholieke Kerk.”
Actief benaderen doet ze de groep niet, zeker niet via reclame in de kerk. „In de Bijbel staat de geschiedenis dat Jezus de verkopers uit de tempel dreef. Dat is voor mij een waarschuwing om geen zaken te doen in de kerk.”
Negentig procent van Remkes klanten heeft de Poolse nationaliteit. De overige consumenten zijn Nederlanders, „die komen voor de biermerken Lech, Zywiec en Tyskie” en inwoners van het voormalige Joegoslavië.
Lowiczanka draait aardig, vertelt Remkes. „De omzet ligt rond de 150.000 euro per jaar. Dat is op zich niet slecht, maar ik ben relatief veel geld kwijt aan energiekosten en huur. Ik doe dit werk omdat ik het contact met de klant leuk vindt. Maar eerlijk gezegd zou ik wel graag iets meer willen verdienen.”
Het prijsniveau van de winkel is vergelijkbaar met dat van Nederlandse supermarkten, denkt de Poolse. „Misschien liggen onze prijzen soms hoger, omdat we te maken hebben met hoge transportkosten.”
Eigenlijk is Lowiczanka meer dan een buurtsuper. In de winkel zijn bijvoorbeeld ook boeken, reisgidsen en cosmetica te koop. En Poolse medicijnen. Remkes: „Polen zijn dol op pilletjes. Ze slikken vaak en veel medicijnen. Een kwestie van opvoeding: voor elke kwaal is een middeltje.”
Over haar toekomst is Remkes helder. Binnenkort wil ze op zoek naar ander werk. Een opvolger heeft zich al aangediend, vertelt ze.
Een winkel opzetten in Polen is voor haar geen optie. Ze wil niet meer terug naar haar vaderland. In tegenstelling tot haar Nederlandse man. „Mijn echtgenoot werkt bij een internetbedrijf. Die ziet grote kansen in Polen.”