Troonpretendent Irak onthaald in Bagdad
Een van de drie neven van de in 1958 vermoorde Iraakse koning Faisal II, Sharif Ali Bin Al Hussein, is dinsdag na 45 jaar ballingschap in Groot-Brittannië teruggekeerd in Bagdad.
Hij werd enthousiast onthaald door zo’n 1500 monarchisten, die er met een breed gedragen ”Lang leve de koning” geen twijfel over lieten bestaan welke functie zij voor hem in gedachten hebben.
De 45-jarige Londense bankier Sharif Ali, die zijn land in zijn geboortejaar met zijn ouders ontvluchtte, reed meteen na aankomst naar het mausoleum in de Iraakse hoofdstad waar de koningen liggen begraven: Faisal I (1922-1933), Ghazi I (1933-1939) en Faisal II (1939-1958).
Daarna sprak hij zijn aanhangers toe. Irak moet volgens Ali een staat worden die is gegrondvest op „waardigheid, vrijheid en democratie.” Ook zei hij het een schande te vinden dat in een rijk land als Irak niet iedereen zijn salaris krijgt.
Ali zei in zijn toespraak niets over zijn eigen toekomst in Irak, een land waar hij feitelijk nooit heeft gewoond. Zijn aanhangers zeiden evenwel dat hij een referendum wil uitschrijven dat de Irakezen in staat stelt hem tot koning te kiezen in een constitutionele monarchie. Zijn woordvoerders benadrukten dat hij ook zonder officiële functie in Irak zal blijven wonen.
Sharif Ali is lid van de hasjemitische koninklijke familie, die op dit moment ook over Jordanië heerst. De hasjemieten leverden in 1921 de koningen voor de door de Britten geïnstalleerde regimes van zowel Jordanië als Irak. De familie was niet altijd even geliefd in Irak en had veel moeite de rust in het land te bewaren. In 1958 werd de zittende koning Faisal II vermoord in een bloedige staatsgreep door militairen. De rest van de familie was genoodzaakt te vluchten. Twee Jordaanse neven van Ali worden ook als troonpretendenten gezien.