De beëdiging heeft pas zo laat plaats omdat Ouattara’s voorganger, Laurent Gbagbo, weigerde zijn nederlaag bij de presidentsverkiezingen eind november te erkennen. Dat leidde tot veel geweld in het etnisch al verdeelde land. Daaraan kwam op 11 april een einde met de arrestatie van Gbagbo in Abidjan, de economisch belangrijkste stad in Ivoorkust. De strijd tussen de aanhangers van beide rivalen heeft naar schatting bijna drieduizend mensen het leven gekost. Gbagbo en zijn vrouw staan nu onder huisarrest.

Outtara heeft beloofd zich in te zetten voor verzoening tussen de Ivorianen in het noorden van het land, waar hij zijn aanhang heeft, en Gbagbo’s aanhangers in het zuiden. Hij heeft een commissie ingesteld die de verdeeldheid in het land onderzoekt. Degenen die voor het geweld verantwoordelijk waren, zullen zich voor de rechter moeten verantwoorden, ongeacht of zij uit het noorden of zuiden komen. Ouattara heeft het Bureau van de Hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag gevraagd onderzoek te doen naar het geweld en de belangrijkste schuldigen aan te klagen.

Een woordvoerster van Ouattara zei dat de beëdiging het begin van een nieuw Ivoorkust betekent. „Heel de wereld zal kunnen zien dat hij tot hoofd van heel Ivoorkust is gekozen.” Van dat vertoon van eenheid zullen naar verwachting 23 staatshoofden getuige zijn. Onder anderen de Franse president Nicolas Sarkozy - Ivoorkust was tot 1960 een Franse kolonie - en VN-topman Ban Ki-moon zijn bij de beëdiging aanwezig. Ook president Blaise Compaoré van Burkina Faso, die heeft bemiddeld tussen Gbagbo en Ouattara, reist naar Yamoussoukro.

Sinds 11 april herstelt Ivoorkust zich langzaam van de politieke en economische crisis. De ambtenaren zijn weer aan het werk, de scholen zijn weer open en de politie werkt weer. Toch zal het nog lang duren voor de wonden zijn geheeld. Meer dan 300.000 Ivorianen die voor het geweld op de vlucht zijn geslagen, verkeren echter nog in kommervolle omstandigheden.