Buitenland

Leven in Libië gaat ‘gewoon’ door, maar kerk is leeg

APELDOORN – De oorlog in Libië houdt inmiddels ruim drie maanden aan. In de hoofdstad Tripoli hebben de inwoners vooral last van een nijpend gebrek aan brandstof. Maar veel dingen gaan gewoon door. „Afgelopen week heb ik vier kinderen gedoopt”, aldus pastor Hamdy Daud van de Christus is Koningkerk in de stad.

Mark Wallet
19 May 2011 11:54Gewijzigd op 14 November 2020 15:02
CHUCHA – Christelijke vluchtelingen uit Libië tijdens een kerkdienst in een vluchtelingenkamp net over de grens in Tunesië, Pasen dit jaar. De kerkbanken in de Libische kerken zijn leeg, omdat veel leden het land in verband met de oorlog zijn ontvlucht. H
CHUCHA – Christelijke vluchtelingen uit Libië tijdens een kerkdienst in een vluchtelingenkamp net over de grens in Tunesië, Pasen dit jaar. De kerkbanken in de Libische kerken zijn leeg, omdat veel leden het land in verband met de oorlog zijn ontvlucht. H

Daud, voorganger van de anglicaanse gemeenschap in de Libische hoofdstad, verstuurde deze week voor het eerst in drie maanden weer een e-mail. „Een gemeentelid adviseerde me om het in een van de hotels in Tripoli proberen op internet te komen en dat is gelukt!” liet hij opgetogen weten. Al die tijd was het moeilijk voor hem om contact te krijgen met de buitenwereld. „Ik ben zeer blij dat ik nu verbinding heb”, aldus Daod.

Daud, een Egyptenaar, heeft er bewust voor gekozen om tijdens de oorlog in Tripoli te blijven. Daud: „Hoewel de meerderheid van onze gemeenschap is geëvacueerd, ben ik hier nog voor de mensen die gebleven zijn. Het is belangrijk dat er in deze kritieke tijden een christelijke presentie in de stad blijft.”

Terwijl de Christus is Koningkerk tijdens een regulier weekend zo’n 200 kerkgangers trok, is de gemeenschap nu geslonken tot ongeveer 50 man. De diensten vinden niet meer in de avond plaats, maar verder functioneert het kerkelijk leven zo gewoon mogelijk. „Afgelopen week heb ik vier Aziatische kinderen gedoopt”, aldus Daud. De achtergebleven gemeenteleden zijn overigens vooral Nigerianen. De afgelopen jaren trokken honderdduizenden inwoners uit Afrikaanse landen beneden de Sahara naar Libië om daar te werken en vaak ook om te proberen de oversteek naar Europa te maken.

Daud geeft aan dat de christenen in Libië optimistisch zijn over een betere toekomst. Hij ziet een „enorm potentieel” voor het christendom als de gevechten voorbij zijn.

Vooralsnog moeten de kerken het echter met geminimaliseerde aantallen bezoekers doen. De evangelische Union Church in Tripoli, geleid door een Ghanese pastor, zag vier vijfde van haar leden vertrekken, aldus gegevens in het Amerikaanse tijdschrift The Christian Century van 15 april. Normaal wonen 1000 mensen de diensten bij, in april waren dat er nog zo’n 200. De Grieks-Orthodoxe Kerk zag het gezelschap slinken van 50 naar 7 personen. Van het grootste kerkgenootschap in Libië, de Rooms-Katholieke Kerk (80.000 leden), meldde het tijdschrift geen actuele aantallen, maar het ligt voor de hand dat ook veel van haar leden (Afrikanen, Filipino’s, Italianen, Fransen) de biezen hebben gepakt.

Overdag gaat het leven in Tripoli in zekere zin zijn normale gang, geeft Daud aan. „God dank zijn we veilig en kunnen we gewoon onze boodschappen doen. Het verkrijgen van benzine is echter een grote moeilijkheid. Mensen staan in lange rijen zomaar vijf dagen te wachten op een beetje brandstof.” ’s Avonds waagt vrijwel niemand zich meer op straat, aldus Daud.

Ook in andere berichten vanuit Tripoli wordt het brandstoftekort vaak genoemd. Op de website van de Britse omroep BBC houdt een anonieme inwoner van de stad een blog bij, waarin hij hetzelfde probleem aansnijdt. Hij noemt daarbij het probleem van werkloosheid. Buitenlandse bedrijven zijn weggetrokken, maar ook binnenlandse ondernemingen functioneren vaak niet normaal. „Dit heeft de toch al zeer hoge werkloosheid nog eens aanzienlijk doen stijgen”, aldus de blogger. Tienduizenden geschoolde mannen en vrouwen stonden in maart opeens op straat. De dagen van veel Libiërs zijn volgens de blogger doortrokken van saaiheid.

De werkgelegenheid is overigens ook een middel waarmee de Libische regering nog mensen aan zich bindt. In de staatsbedrijven hebben veel Libiërs in het verleden een baan gekregen, terwijl ze maar weinig in huis hebben. Ze zijn vooral aangenomen om de werkloosheid te verlichten. „Deze mensen zullen veel verliezen als het huidige regime weggaat”, stelt de anonieme blogger.

Door alle ontwikkelingen is er volgens de inwoner van Tripoli sprake van een toenemende rusteloosheid in de stad. Daarbij komt dat ook een oproep om zich bij het leger te melden als een zwaard van Damocles boven de hoofden hangt. De eerste oproepen voor mannelijke Libiërs zijn de deur uitgegaan.

De Libiërs proberen volgens de blogger echter alle moge- lijke uitvluchten te bedenken. Mensen wenden allerlei ziekten voor en proberen zelfs valse documenten te bemachtigen. Het leven in Tripoli mag ogenschijnlijk misschien gewoon doorgaan, rustig is het in de hoofden van veel mensen zeker niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer