Weinig tranen om wethouder
ROTTERDAM – De politieke carrière van de Rotterdamse PvdA-wethouder Schrijer is voortijdig stukgelopen na een hoogoplopende ruzie in het stadsbestuur over extra bezuinigingen. De politiek lijkt niet veel tranen om hem te laten.
De 44-jarige wethouder raakte in conflict met het college en zijn fractie, omdat hij volgens eigen zeggen niet meer dan 100 miljoen euro wil bezuinigingen op het armoedebeleid en de bijstand. Meer bezuinigen zou neerkomen op sociale kaalslag en hij weigerde daaraan mee te werken. „Dat ga ik niet voor mijn verantwoordelijkheid nemen. Dan komt mijn geloofwaardigheid bij de kiezers in het geding.”
PvdA-wethouder Karakus deed de uitspraken en de genoemde bedragen van Schrijer af als „onzin.” „Wij komen geld tekort en hebben daarover binnen de partij gesproken, maar hebben daaraan nog nooit conclusies verbonden. Daarvoor gingen we gisteren om de tafel met het college”, zei Karakus, die eerder Schrijers tegenstrever was in de strijd om het politiek leiderschap van PvdA Rotterdam. Ook de fractie en het partijbestuur stelden dat Schrijer onjuiste informatie heeft gegeven.
Karakus onderstreepte nog maar eens dat er in Rotterdam fors moet worden bezuinigd. „Het heeft geen zin om in de ontkennende fase te blijven. Dat het voor alle partijen pijn zal doen, is ook helder.” De tekorten ontstonden onder andere door een miljoenentekort in de begroting van Schrijer.
Uit de reacties van de Rotterdamse politiek blijkt dat niet veel collega-politici tranen laten om het vertrek. VVD-fractievoorzitter Van de Donk: „Met zijn dreigementen richting college was de situatie onhoudbaar.”
CDA-fractievoorzitter Tempel: „Schrijer heeft steeds de nodige maatregelen uitgesteld. Met zijn vertrek zullen die nu wel worden uitgevoerd.”
GroenLinks: „Het is een persoonlijk drama voor Schrijer. Het lijkt erop dat in de PvdA een richtingenstrijd is losgebarsten.”
ChristenUnie/SGP-fractievoorzitter Sies waarschuwt: „Het mag niet zo zijn dat de Rotterdammers met een minimumuitkering de prijs moeten betalen van politiek falen.”