Derde intifada lijkt niet aanstaande
JERUZALEM – De gewelddadige onlusten van gisteren aan Israëls grenzen zijn nog maar het begin. Maar tot een totale Palestijnse intifada zal de huidige onrust hoogstwaarschijnlijk niet leiden.
Maandenlang waren de protesten van gisteren al aangekondigd. Het Israëlische leger had uit voorzorg duizenden extra manschappen naar de Palestijnse gebieden en de grens met Libanon gestuurd. Toch werden de strijdkrachten nog verrast. Tientallen betogers slaagden erin de grens tussen Israël en Syrië over te steken.
Een scenario waar Israël de komende tijd vaker rekening mee moet houden, aldus de Israëlische minister van Defensie, Ehud Barak, gisteren in een verklaring. Sterker nog: het geweld van gisteren is volgens hem nog maar het begin. De bewindsman waarschuwde voor „complexere uitdagingen.”
Barak zal er niet ver naast zitten. Palestijnen en andere Arabische inwoners van het Midden-Oosten voelen zich gesterkt door de golf van protest die het afgelopen halfjaar door de Arabische wereld is getrokken en die in sommige gevallen ook tamelijk succesvol was. Het was dan ook een kwestie van tijd voor de onrust zich ook tot het Israëlisch-Palestijns conflict zou uitstrekken.
Dat de gewelddadigheden van gisteren de opmaat voor een nieuwe Palestijnse intifada vormen, lijkt om meerdere redenen echter onwaarschijnlijk. De economie op de Westelijke Jordaanoever maakte de afgelopen jaren een opmerkelijke groei door. Elke opstand zou die voorspoed onmiddellijk tenietdoen.
Belangrijker nog zijn de mogelijke gevolgen voor de Palestijnse pogingen in september erkenning van een Palestijnse staat door de Verenigde Naties te forceren.
Het ontketenen van een derde intifada zou de claim op een eigen Palestijnse staat van elke vorm van legitimiteit ontdoen en het Palestijnse leiderschap –opnieuw– neerzetten als een bende oproerkraaiers die geen werkelijke vrede wil.