ISAF bewijst omgekomen Duitsers laatste eer
Ongeveer duizend leden van de internationale vredesmacht ISAF in de Afghaanse hoofdstad Kabul hebben dinsdag hun laatste eer bewezen aan hun vier omgekomen Duitse collega’s. De militairen verloren het leven drie dagen geleden bij een vermoedelijke zelfmoordaanslag.
De dienst in Camp Warehouse aan de rand van de stad werd bijgewoond door onder anderen de Duitse ambassadeur Rainer Eichele en de Afghaanse minister van Binnenlandse Zaken Ali Ahmad Jalali. Enkele Duitse en Nederlandse soldaten vielen flauw bij de ceremonie. De lichamen van de omgekomen militairen zijn dinsdag per vliegtuig teruggevlogen naar Duitsland.
De aanslag was de ergste op de ISAF tot nu toe. Een taxi met explosieven werd tot ontploffing gebracht toen de bus van ISAF passeerde. De militairen waren op weg naar het vliegveld. Hun missie zat er op. Meer dan dertig Duitse ISAF–leden raakten gewond. Naast de Duitser kwam ook nog een Afghaanse passant en de mogelijke dader om het leven.
De politie probeert nog steeds de identiteit van de taxichauffeur vast te stellen. Volgens een zegsman van de ISAF onderzoeken speciale forensische deskundigen de resten van de taxi en de bestuurder. DNA–materiaal is naar Europa gestuurd voor analyse. Nog steeds staat niet voor 100 procent vast dat het om een zelfmoordaanslag gaat.
De 4700 manschappen van de ISAF zorgen sinds december 2001 voor de vrede en veiligheid in de Afghaanse hoofdstad en naaste omgeving. Ongeveer 2300 Duitsers maken deel uit van de ISAF. Nederland en Duitsland voeren samen het bevel over de troepen. Canada neemt namens de NAVO in augustus het commando over de ISAF–troepen over.