Colonnes tanks van het Syrische leger werden als versterkingen naar de stad Hama gestuurd, waar de afgelopen weken tegen het bewind van president Bashar al-Assad is geprotesteerd. Ook in onder meer de steden Deraa, Banias en Homs en in buitenwijken en voorsteden van de hoofdstad Damascus proberen militairen opstanden te beteugelen.

De regering denkt inmiddels dat de opstanden in de steden onder controle zijn. Een belangrijke adviseuse van Assad heeft dat tegen de krant The New York Times gezegd.

Syrische activisten roepen ondertussen op internet op tot nieuwe landelijke protesten op donderdag, uit solidariteit met gearresteerde betogers. Sinds de protesten zeven weken geleden begonnen, zijn volgens Syrische mensenrechtenactivisten honderden mensen omgekomen en zijn ongeveer achtduizend tegenstanders van het bewind opgesloten of simpelweg verdwenen.

De heersende elite van Syrië zal om te overleven tot het einde blijven vechten. Dat heeft Rami Makhlouf, een van de machtigste zakenlieden in Syrië en een neef van president Assad, gezegd in een interview met The New York Times.

In het dinsdag gepubliceerde vraaggesprek zei Makhlouf dat de protesten „geen legitieme eisen voor verandering zijn”. Hij waarschuwde dat ze tot een burgeroorlog kunnen leiden.

Makhlouf stelde dat het hele Midden-Oosten niet is gebaat bij de onrust in Syrië. „Als er hier geen stabiliteit is, kan er ook geen stabiliteit in Israël zijn”, stelde de zakenman. „Zet de president niet te veel onder druk. Drijf Syrië niet tot iets wat het eigenlijk niet wil doen.”

Makhlouf is een van meest gehate personen van de Syrische elite. De Amerikaanse regering beschuldigde hem er eerder van het juridische systeem te manipuleren en de inlichtingendiensten te gebruiken om zijn rivalen te intimideren.