Verzet tegen Gaddafi neemt toe
TRIPOLI/BRUSSEL (ANP/AFP/RTR) – De steun voor het regime van de Libische leider Muammar Kaddafi lijkt af te nemen. De oppositie maakte dinsdag melding van kleine demonstraties tegen het regime in de districten Souk al-Juma en Tajoura in de hoofdstad Tripoli, tot nu toe een vrijwel onbetwist bolwerk van het bewind. De rebellen berichtten ook over nieuwe successen op het slagveld.
Lokale besturen uit het westen en zuiden van het Noord-Afrikaanse land hebben hun steun toegezegd aan de ‘rebellenregering’. Het gaat om zeventig tot tachtig afgevaardigden van circa 25 steden die nu nog in handen van het regime van Gaddafi zijn. De afgevaardigden waren maandag in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten bijeengekomen onder het motto ‘Voor een vrij Libië’. In de avond zegden ze hun steun toe aan de Nationale Overgangsraad.
Ook op het militaire vlak heeft het regime van Gaddafi het moeilijk. Opstandelingen zeiden dat ze troepen van de Libische leider hebben verdreven uit de omgeving van de westelijke stad Misurata. In de afgelopen weken is in en rond Misurata zwaar gevochten tussen opstandelingen en het leger van Gaddafi. Volgens verslaggevers van The New York Times wisten honderden opstandelingen door een frontlinie van het regeringsleger te breken. Ze namen later posities in op enkele kilometers ten westen van de stad. De doorbraak werd volgens de rebellen mogelijk na dagen van luchtaanvallen door de NAVO op stellingen en materieel van Gaddafi’s leger.
Verder is Tripoli in de nacht van maandag op dinsdag zwaar bestookt door de NAVO, aldus ooggetuigen. Er zijn grote explosies gehoord, naar verluidt als gevolg van inslagen van projectielen in het uitgestrekte complex dat het hoofdkwartier van Gaddafi vormt. De Libische autoriteiten toonden buitenlandse journalisten dinsdag een verwoest pand in het centrum van de stad.
De humanitaire coördinator van de Verenigde Naties, Valerie Amos, heeft opgeroepen tot een gevechtspauze om de humanitaire crisis in het Noord-Afrikaanse land te verzachten. Ze zei dat er in Misurata een schrijnend gebrek aan water en voedsel is en dat er snel hulpgoederen moeten worden aangevoerd. Het Rode Kruis liet weten dat het al een lading hulpgoederen in Misurata heeft afgeleverd.
De NAVO bleef dinsdag elke betrokkenheid of verantwoordelijkheid afwijzen voor een incident in de Middellandse Zee, waarbij op 25 maart 61 bootvluchtelingen uit Libië zouden zijn omgekomen. Volgens NAVO-woordvoerders waren er in de buurt van de boot geen schepen van het bondgenootschap die hulp hadden kunnen bieden. Dat blijkt uit een grondig onderzoek van het incident.
Beschuldigingen in Britse en Franse media dat NAVO-schepen de vluchtelingen in de steek zouden hebben gelaten, zijn „oneerlijk en van weinig respect getuigend”, aldus een zegsvrouw. Zij benadrukte dat NAVO-schepen al diverse malen bootvluchtelingen hebben gered. Zo zouden NAVO-schepen op 26 maart, een dag na het incident, 283 mensen hebben gered van een volgepropte wankele boot. Het bondgenootschap heeft daar dinsdag foto’s van verspreid.