Silvio Berlusconi maakt wetboek op maat
Ruim twee jaar geleden vergeleek Silvio Berlusconi zich met de Byzantijnse keizer Justinianus en met Napoleon. „Ik ga het wetboek veranderen zoals zij dat hebben gedaan”, zei hij. Door de voortvarende wijze waarop de huidige Italiaanse premier het wetboek herschrijft, heeft hij wel iets weg van zijn illustere voorgangers. De meeste wetten zijn sterk op maat van Berlusconi gemaakt.
Het begon ermee dat de regering-Berlusconi in 2001 weigerde verdachten uit te leveren aan andere EU-landen. Wellicht had dat van doen met de bekende Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon, die om uitlevering van Berlusconi had gevraagd. Later dat jaar werd ook het artikel rond valsheid in geschrifte uit het wetboek van strafrecht gehaald. Dat kwam Berlusconi goed uit omdat hij was beschuldigd van dat misdrijf.
In 2002 kwam de langverwachte wet door het parlement die een oplossing moest bieden voor het belangenconflict van Berlusconi. De 66-jarige premier is onder andere baas van de grootste uitgeverij en het belangrijkste mediabedrijf van Italië. De wet was echter een doekje voor het bloeden. De premier en de ministers mogen sindsdien geen uitvoerende functies hebben in het bedrijfsleven, maar mogen gerust eigenaar van ondernemingen zijn.
Vorig jaar werd ook de wet op het ”legitieme vermoeden” door het parlement geloodst. Sindsdien kunnen verdachten bij het hof overplaatsing aanvragen van hun zaak naar een ander tribunaal als ze twijfelen aan de neutraliteit van de rechter. De inkt van het wetsartikel was maar net opgedroogd of de advocaten van Berlusconi vroegen overplaatsing aan van de zogenaamde SME-rechtszaak waarbij hun cliënt was betrokken. Berlusconi’s toenmalige advocaat en vriend Cesare Previti zou in opdracht van hem rechters hebben omgekocht om de verkoop van een te privatiseren voedselconglomeraat aan een concurrent van Berlusconi te blokkeren. De hoogste gerechtelijke instantie die de wet moet toetsen, besloot echter dat de zaak in Milaan moest blijven. Dat was een lelijke tegenvaller.
Sindsdien is de corruptiezaak in een stroomversnelling geraakt. Previti hoorde vorige maand elf jaar tegen zich eisen, en ook tegen twee corrupte rechters werd een gepeperde gevangenisstraf uitgesproken. Berlusconi moet in juni voor de rechter voorkomen. Maar of de premier naar Milaan zal komen is nog maar de vraag. Dat heeft te maken met weer een andere wetsvoorstel dat deze week door de Eerste Kamer is goedgekeurd. Het wetsvoorstel voorziet in de onschendbaarheid van onder anderen de premier, waardoor hij niet meer strafrechtelijk kan worden aangepakt. Op 21 juni wordt erover in de Italiaanse Tweede Kamer gestemd. Wegens de solide kamermeerderheid van de coalitie staat de uitslag vrijwel vast. Dat betekent dat na die datum alle lopende rechtszaken tegen Berlusconi moeten worden gestopt. In elk geval gedurende zijn ambtsperiode. Berlusconi heeft nog zo’n drie jaar voor de boeg.
Het is op zich niet zo vreemd dat de premier wordt beschermd tegen juridische aanvallen. In veel landen is dat normaal. Ook in Italië genoten premiers immuniteit, totdat in 1993 een grootscheeps corruptieschandaal daaraan noodgedwongen een einde maakte. Het geeft te denken dat het gebeurt nu het openbaar ministerie in Milaan op het punt staat tegen Berlusconi een gevangenisstraf uit te spreken. Het heeft er ook mee te maken dat Italië vanaf 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie overneemt van de Grieken. Een Berlusconi met strafblad zou een schande zijn voor Italië, en daarmee voor Europa. Dat vindt de regering tenminste. De oppositie is het daarmee niet eens. Zij noemt al die wetten waarbij Berlusconi persoonlijk baat heeft,de ”Red Berlusconi”-wetgeving. Vooralsnog lijkt Berlusconi alleen op Napoleon vanwege zijn geringe lichaamslengte.