Het hof veroordeelde hem tot drieënhalf jaar celstraf in een grote wapenzaak. Dat zei zijn advocate, A. van der Plas, donderdag na een gesprek met haar cliënt.

De advocate noemde de uitspraak een „doodvonnis” omdat het gerechtshof in het arrest zaken die besloten hadden moeten blijven op tafel heeft gelegd. Het gerechtshof refereerde dinsdag aan afspraken tussen het openbaar ministerie en de crimineel. K. sloot in 1998 een deal met de Amsterdamse officier van justitie F. Teeven. Die hoopte met hulp van informant K. informatie te achterhalen over de zogeheten IRT-affaire.

Eerder was juist het doorbreken van de geheimhoudingsplicht door justitie reden voor het gerechtshof in Amsterdam om een veroordeling door de rechtbank, ook tot drieënhalf jaar, ongedaan te maken. Het hof verklaarde justitie niet-ontvankelijk. Justitie was het niet met die beslissing eens en legde de zaak voor aan de Hoge Raad. Het hoogste rechtscollege van Nederland verwees de beladen zaak uiteindelijk terug naar het gerechtshof in Den Haag.

De politie trof in september 1999 ruim 200 vuurwapens, waaronder automatische pistolen en laserrichtapparatuur voor wapens, aan in een woning aan de Nachtwachtlaan in Amsterdam.