Financieel directeur Simon Henry uitte in een toelichting wel zorgen over een verdere stijging van de olieprijs. In sommige regio’s ziet hij nu al dat de vraag naar olie niet meer toeneemt vanwege de hoge prijs. Een vat Brentolie kostte donderdag 125,60 dollar, een vat ruwe Amerikaanse olie 113 dollar.

De gemiddelde prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie was bijna 40 procent hoger dan in de eerste drie maanden van 2010. Shell verdiende daardoor meer op de verkoop van olie- en chemische producten en zag de winst bij de raffinaderijen fors stijgen.

De winst op basis van geschatte actuele voorraadkosten (ccs), de maatstaf die in de financiële wereld wordt gehanteerd, bedroeg 6,9 miljard dollar (4,6 miljard euro). Dat is een stijging van 41 procent ten opzichte van de 4,9 miljard dollar in het eerste kwartaal van 2010.

De nettowinst steeg met 60 procent tot 8,8 miljard dollar. Shell stelt een kwartaaldividend voor van 0,42 dollar per aandeel. De omzet kwam uit op 109,9 miljard dollar (74 miljard euro) tegen 86 miljard dollar een jaar eerder.

Shell produceerde dagelijks 3,504 miljoen vaten olie-equivalent, een daling van 3 procent op jaarbasis. De afname werd onder meer veroorzaakt door de verkoop van olie- en gasvelden en raffinaderijen.

Analisten waren stuk voor stuk enthousiast over de resultaten, vooral bij de downstreamtak (raffinage, chemie en verkoop van olieproducten), waar de winst ruimschoots verdubbelde tot 1,7 miljard dollar. Beleggers maakten zich volgens handelaren echter zorgen over de vraag of Shell de resultaten in de komende maanden opnieuw flink kan opvoeren. Het aandeel noteerde 0,3 procent hoger.