Broer Okan O. niet schuldig aan moord
De rechtbank in Alkmaar heeft Özgür O. donderdag vrijgesproken van medeplichtigheid aan de moord op Romy van Buuren.
Officier van justitie C. de Jong eiste vorige week woensdag nog vijf jaar cel tegen de 26-jarige Alkmaarder.
Romy van Buuren was het eenjarige dochtertje van Marion van Buuren en Okan O. Moeder en dochter verdwenen spoorloos op 8 juni 1997. Okan O. gold voor de politie als belangrijkste verdachte, maar de als gewelddadig te boek staande Alkmaarder overleed in mei 1998 in het gevangenishospitaal van Scheveningen. Vorig jaar juli wees zijn jongere broer Özgür de plek aan waar Marion en Romy begraven lagen, in de duinen tussen Bergen en Egmond.
Özgür gold voor de politie aanvankelijk als de belangrijkste getuige in de zaak, maar werd verdachte toen bleek dat hij tegen de ouders van Marion van Buuren een andere verklaring had afgelegd dan tegenover de politie.
Zo zou hij tegen de ouders hebben gezegd dat hij erbij was toen Romy werd omgebracht. Marion zou toen al niet meer in leven zijn geweest. Bij de politie -en ook voor de rechtbank- hield Özgür vol dat hij nooit heeft gezegd dat Okan of hijzelf iets met de dood van Marion en Romy te maken heeft. Zijn broer had hem later alleen de plek gewezen waar ze lagen begraven.
In haar uitspraak stelde de rechtbank niet te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van de ouders van Marion, maar tegelijkertijd niet te kunnen uitsluiten dat de verklaring van Özgür zelf geen juiste weergave vormt van hetgeen zich bijna zes jaar geleden in de duinen bij Bergen afspeelde. Zijn gebrekkige beheersing van het Nederlands en hevige emoties speelden daarbij mogelijk een rol.
De rechtbank stelde in het vonnis echter ook dat zelfs als Özgür bij het ombrengen van Romy aanwezig zou zijn geweest, zijn passieve houding van dat moment geen medeplichtigheid aan de dood van zijn nichtje oplevert. Officier De Jong had juist rond dit punt haar betoog zorgvuldig opgebouwd, gebaseerd op arresten van de Hoge Raad.