De Sri Lankaanse regering zei dat het rapport doorspekt is met de politieke agenda van ‘partijen met belangen’. Ook zouden de beschuldigingen in de huidige fase van de heropbouw van het land activiteiten om stabiliteit, veiligheid en vrede te brengen, ontwrichten. Waarom dit zo zou zijn, heeft de regering niet gezegd.

Ook tijdens de oorlog beschuldigde Sri Lanka internationale mensenrechtenorganisaties van het verzinnen van wandaden om de Sri Lankaanse regering in diskrediet te brengen.

Volgens de onderzoekscommissie hebben zowel het regeringsleger als de Tamil Tijgers zich in de laatste vijf maanden van het conflict schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. Het gaat onder meer om beschietingen van ziekenhuizen, standrechtelijke executies, verkrachtingen en het gebruik van menselijke schilden.

De onderzoekscommissie werkte in opdracht van secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties. Ban Ki-moon liet weten dat hij zelf niet bevoegd is om de zaak verder te onderzoeken. Dat is een kwestie voor Sri Lanka zelf, hoewel de VN-Mensenrechtenraad of de Veiligheidsraad het initiatief kunnen nemen tot een aanvullend onderzoek.

Een gelekte versie van het rapport was eerder deze maand in Sri Lankaanse kranten verschenen. De regering verzette zich sterk tegen de aantijgingen en vond deze ‘bedrieglijk en bevooroordeeld’. Ook stond in de kranten dat de VN probeerde de bevindingen van de Sri Lankaanse onderzoekscommissie LLRC te ontkrachten. Volgens de VN voldoet deze commissie echter niet aan internationale standaarden voor betrouwbaar onderzoek.

Het ministerie zegt volop bezig te zijn met het verbeteren van de infrastructuur en huisvesting om ervoor te zorgen dat de duizenden ontheemde burgers weer kunnen terugkeren naar hun dorpen in het noordoosten van het eiland. Deze dorpen zijn in de 37 jaar durende oorlog verwoest.