Liberianen ook in buurland Ivoorkust niet veilig
Toen geweervuur weerklonk en mortiergranaten insloegen in Abie Klaypenhs dorp in het door burgeroorlog verscheurde Liberia, kon hij zich nog net in veiligheid brengen door weg te peddelen in een zelfgemaakte kano.
Maar nadat hij de rivier de Cavally was overgestoken en in buurland Ivoorkust terechtkwam, was Klaypenh nog niet meteen veilig. Ivoriaanse burgerwachten, op hun hoede voor een vluchtelingenstroom uit Liberia, stonden hem op te wachten, gewapend met machetes en geweren. Uiteindelijk lieten ze Klaypenh gaan, maar niet voordat ze hem al zijn bezittingen afnamen.
„Ivoriaanse burgers doorzoeken alles en vragen geld, al het geld dat je hebt”, zegt de 46-jarige Klaypenh, die in Liberia op een rubberplantage werkte voordat hij naar het Ivoriaanse dorp Yeouli vluchtte. Zijn familie bleef achter in het gewoel tijdens de gevechten.
„Mijn vrouw en acht kinderen… ik weet niet waar ze nu zijn”, zegt Klaypenh. Hij is een van de ruim 15.000 vluchtelingen die naar het westen van Ivoorkust vluchtten nadat Liberiaanse rebellen enkele weken geleden opnieuw territorium begonnen te winnen.
In totaal trokken de afgelopen drie jaar zo’n 300.000 Liberianen naar buurlanden, op de vlucht voor de gevechten tussen regeringstroepen en rebellen die de Liberiaanse president en oud-krijgsheer Charles Taylor proberen te verdrijven. Volgens buitenlandse waarnemers destabiliseert het conflict geheel West-Afrika doordat niet alleen vluchtelingen maar ook wapens en gewapende strijders de grenzen oversteken.
Voor de Liberiaanse vluchtelingen in Ivoorkust is het conflict in hun thuisland allang niet meer hun eerste zorg. Ze klagen over mishandeling, afpersing en diefstal van de Ivoriaanse burgerwachten die bekendstaan als de ”warriors”.
Sinds een mislukte staatsgreep tegen president Laurent Gbagbo, acht maanden geleden, kampt ook Ivoorkust met rebellenfacties die een deel van het land bezetten. Toch is de onrust betrekkelijk nieuw in dit land, dat in de regio lange tijd model stond voor een stabiele en welvarende staat.
Liberia daarentegen kent een aaneenschakeling van bloedige conflicten. In 1989 begon Charles Taylor vanuit Ivoorkust een bloedige burgeroorlog in het land dat in de 19de eeuw door bevrijde slaven werd gesticht. In 1997 liet hij zich als machtigste krijgsheer tot president kiezen. Maar drie jaar geleden laaide het geweld weer op toen rebellen langzaam oprukten en inmiddels voor de poorten van de hoofdstad Monrovia staan.
Gbagbo en Taylor beschuldigen elkaar er herhaaldelijk van strijders over de grens te sturen om de situatie in het buurland destabiliseren. Door de verschillende conflicten worden tienduizenden mensen heen en weer gedreven in het regenachtige, dichtbeboste zuidwesten van Ivoorkust zonder ooit een echt veilig toevluchtsoord te vinden.
Jarenlang konden Liberiaanse vluchtelingen in betrekkelijke vrede leven in Ivoorkust. Maar nu beweren de Ivorianen dat de vluchtelingen hun conflicten meebrengen naar het eens zo voortvarende Ivoorkust en nu willen ze de Liberianen weg hebben.
„We weten nooit wie ze echt zijn”, zegt Henri Sede, lid van een burgerwacht. Zijn korps van jonge mannen patrouilleert in shifts van 72 uur langs de oever van de Cavally, met rode ogen door slaapgebrek en door het drinken van zelfgebrouwen likeur van suikerriet. „Als we een verdacht persoon zien, nemen we hem te grazen”, aldus Sede.
In een door de Verenigde Naties opgetrokken vluchtelingenkamp in het kuststadje Tabou wonen 2400 Liberianen in tenten die eigenlijk voor maar 700 personen bedoeld waren. „Het is niet veilig in Liberia, en hier is het ook niet veilig”, zegt Joseph Sindway, een 42-jarige Liberiaanse visser met pensioen. Sindway loopt op krukken sinds hij zijn linkerbeen in 1998 verloor nadat een soldaat van Charles Taylor hem beschoot.
De burgemeester van Tabou, Denis Balou, geeft toe dat de Ivorianen hun woede tegen de vluchtelingen moeten leren beheersen omdat de meesten volgens hem onschuldig zijn. Maar hij vindt toch dat de Liberianen uiteindelijk de schuld zijn van de problemen die ze nu ook in Ivoorkust hebben. „Onze jeugd is opgestaan om de veiligheid van deze streek te garanderen. Liberia staat in brand en wij zien de mensen komen. Als het erop aankomt willen wij niet door hen verrast worden.”