Thaise en Cambodjaanse militairen zijn al zes dagen met elkaar in gevecht rond een eeuwenoud tempelcomplex waarop beide Aziatische landen aanspraak maken. Eerdere onderhandelingspogingen zijn mislukt.

„We zijn bereid te praten, maar alleen als Cambodja eerst stopt met schieten”, zei een woordvoerder van het Thaise leger woensdag.

Cambodja heeft ondertussen woest gereageerd op een resolutie van de Thaise regering, die opriep tot vergelding voor de Cambodjaanse aanvallen op het tempelcomplex. Cambodja noemt de resolutie een oorlogsverklaring.

Het conflict draait om Preah Vihear, een hindoeïstisch complex uit de elfde eeuw. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag wees de tempel in 1962 toe aan Cambodja. Veel nationalistische Thai hebben zich echter nooit neergelegd bij dat besluit. Bijkomend probleem is dat de makkelijkst toegankelijke ingang van de tempel op Thais grondgebied ligt.

De tempel was de laatste jaren vaker de inzet van schermutselingen tussen Thaise en Cambodjaanse troepen. Ook woensdag raakten troepen uit de twee landen slaags in het grensgebied. Zij bestookten elkaar opnieuw met zware artillerie.

De strijd heeft sinds vrijdag zeker dertien militairen en een burger het leven gekost. Ruim zestig militairen zijn gewond geraakt. Zo’n 50.000 omwonenden zijn geëvacueerd.

Volgens analisten heeft de opgelaaide strijd te maken met interne politieke belangen. De regeringen in Thailand en Cambodja staan in eigen land onder druk van nationalisten. In Thailand zijn in juli verkiezingen gepland.

Cambodja heeft gevraagd om bemiddeling door de Asean, de organisatie van tien Zuidoost-Aziatische landen. De organisatie had voorgesteld dat Indonesische soldaten de grens gaan bewaken. Maar de Thaise regering wijst dat af en wil onder voorwaarden rechtstreeks onderhandelen met Cambodja.