De Indonesische politie zei eerder dat alleen de aanslag op Paddy’s Bar was gepleegd door een zelfmoordenaar. DNA-sporen die op de plaats van het misdrijf waren gevonden, passen bij een van de daders. De aanslag op de Sari Club zou zijn gepleegd met een bom die via afstandsbediening tot ontploffing was gebracht.

Verdachte Ali Imron getuigde in het proces tegen zijn broer Amrozi bin Nurhasyim dat een tweede zelfmoordenaar, Jimi, zich in de minibus bevond die buiten de Sari Club explodeerde. Imron zei dat de bus met TNT was geladen en dat het doel van de aanslag was „blanken te doden.”

Bij de bomaanslagen van oktober kwamen 202 mensen om het leven, meest jeugdige Australische toeristen. Het waren de bloedigste aanslagen sinds die van 11 september 2001 in de Verenigde Staten.

Imron had vermoedelijk de leiding van de operaties van de groep op Bali. Hij legde ook verklaringen af over een bijeenkomst waarop het brein achter de aanslagen, Imam Samudra, had opgeroepen tot een heilige oorlog „om het volk van Afghanistan te verdedigen tegen Amerika.”

De Indonesische autoriteiten hebben 39 verdachten gearresteerd. Tegen zes van hen, onder wie Samudra, is inmiddels een proces begonnen. De verwachting is dat de processen maanden zullen duren en dat tegen veel van de belangrijkste verdachten de doodstraf wordt geëist.

De 32-jarige Samudra worden het voorbereiden en het uitvoeren van de aanslagen ten laste gelegd. Samudra wordt ervan verdacht een belangrijk lid te zijn van de Jemaah Islamiyah, die de Indonesische tak zou zijn van Osama bin Ladens terreurnetwerk al-Qaida. Jemaah Islamiyah zou streven naar de vorming van een groot islamitisch rijk in Zuidoost-Azië. De vermoedelijke leider van de organisatie, Abu Bakar Bashir, staat in Jakarta terecht wegens hoogverraad. De Indonesische politie brengt Bashir niet in verband met de aanslagen op Bali.