Kamp wil tuinder en kweker niet ontzien
DEN HAAG – Minister Kamp van Sociale Zaken is niet van plan zijn strengere beleid bij het afgeven van werkvergunningen voor bijvoorbeeld Roemeense seizoensarbeiders af te zwakken.
Dat heeft de VVD-bewindsman dinsdag duidelijk gemaakt.
De drie werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland hadden aangedrongen op een minder streng beleid, vooral voor de land- en tuinbouw. De drie organisaties hadden dinsdag als Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO) een brief gestuurd aan Kamp. Ook VVD, CDA en ChristenUnie hadden er dinsdag bij de minister op aangedrongen tuinders en kwekers eenmalig te ontzien.
De bewindsman stelde echter in een reactie dat er in Nederland genoeg mensen zijn om het werk te doen, zoals werklozen met een uitkering, Polen en andere Oost-Europeanen die hier al zijn. Volgens de werkgevers is dat slechts theorie. „Het theoretische aanbod blijkt feitelijk niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt.”
De Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) zet nu een kort geding tegen de minister door, omdat vooral boom- en aardbeienkwekers in West-Brabant door zijn beleid acuut in problemen zouden komen. Zij maken al jaren gebruik van een vaste groep van ongeveer 2000 Roemenen. Telkens zou weer blijken dat er in Nederland onvoldoende geschikte mensen te vinden zijn voor dat werk.
LTO-beleidsspecialist Van de Grind stelt dat de kwekers nu al te maken hebben met het strenge nieuwe beleid. Een UWV-woordvoerder sprak dat tegen.
Volgens Van de Grind kunnen uitzendbureaus in de praktijk vaak niet voldoende krachten leveren. In zijn ogen worden nu ten onrechte eisen gesteld, omdat de land- en tuinbouw „opeens een maatschappelijk probleem moet meehelpen oplossen” door werk te bieden aan werklozen.
De LTO’er wees erop dat er jaarlijks ongeveer 120.000 tijdelijke krachten voor het seizoenswerk nodig zijn. „Slechts 2 tot 3 procent van de vacatures wordt nu opgevuld door Roemenen en Bulgaren.” In 2010 verstrekte het UWV 2734 werkvergunningen voor Roemenen en 866 voor Bulgaren.
Dat 97 procent van het seizoenswerk zonder werkvergunningen wordt gedaan, laat volgens Kamp juist zien dat het wel mogelijk is gebruik te maken van normaal personeelsaanbod.