Freedom House: internetvrijheid wereldwijd onder druk
WASHINGTON – Cyberaanvallen, censuur en internetblokkades vormen in tal van landen een serieuze bedreiging van de internetvrijheid. Dat stelt de Amerikaanse mensenrechtenwaakhond Freedom House in een maandag verschenen rapport.
Terwijl het aantal internetgebruikers in de afgelopen vijf jaar is verdubbeld, proberen overheden steeds meer controle uit te oefenen op onlineactiviteiten of beperken ze de vrije informatiestroom.
Freedom House hield 37 landen tegen het licht en gebruikte drie criteria om internetvrijheid te meten: blokkades bij internettoegang, beperkingen op informatie en aantasting van gebruikersrechten.
De organisatie stelt vast dat van de onderzochte landen Estland de grootste mate van internetvrijheid geniet, gevolgd door de Verenigde Staten, Duitsland, Australië en het Verenigd Koninkrijk.
Iran scoort het laagst, elf andere landen krijgen eveneens de status ”niet vrij”, onder andere Wit-Rusland, Birma, China, Cuba en Saudi-Arabië. In landen zoals Jordanië, Rusland, Thailand en Venezuela is de situatie zorgelijk. Nederland maakt geen deel uit van het onderzoek.
In de niet-vrije landen is volgens Freedom House sprake van structurele vervolging van bloggers, censuur en doelgerichte cyberaanvallen. Vaak gaat dit gepaard met politieke onrust, zoals rondom controversiële verkiezingen.
Freedom House meldt dat in een reactie op de groeiende populariteit van sociale netwerken als Facebook, YouTube en Twitter, veel landen censuur toepassen. In 12 van de 37 onderzochte landen is de toegang tot deze netwerken tijdelijk of zelfs permanent geblokkeerd.
Steeds vaker worden bloggers, webjournalisten en mensenrechtenactivisten, maar ook gewone internetgebruikers, gearresteerd en vastgezet. In maar liefst 23 van de 37 landen werd ten minste één blogger of internetgebruiker gevangengezet vanwege online-uitingen.
Daarnaast ziet Freedom House een toename van cyberaanvallen op internetters die openlijk regimes bekritiseren. In ten minste twaalf landen voerden overheden of sympathisanten digitale aanvallen uit op onlinenetwerken of websites van activisten.
Ook is er meer en meer sprake van politiek gemotiveerde censuur, zoals het blokkeren van politiek relevante websites of informatie van mediaorganisaties en mensenrechtengroepen. Sommige landen gaan zelfs zo ver dat informatie wordt gemanipuleerd.
Het rapport maakt duidelijk dat zowel democratische als autoritaire regimes met allerlei technieken proberen internet ongeschikt te maken als middel om onvrede jegens de overheid te verspreiden en aan te moedigen.
Zo kent China de geavanceerdste internetcontrole ter wereld. Facebook en Twitter zijn permanent geblokkeerd, terwijl Chinese alternatieven zwaar worden gecensureerd. Tijdens de periode waarin Freedom House onderzoek deed, was een complete regio in het westen van China maandenlang verstoken van internet. Ook zouden sinds vorig jaar ten minste zeventig mensen vastzitten vanwege online-uitingen.
Het Iraanse regime gaat minder omzichtig te werk. Sinds de protesten in 2009 voert de overheid fel campagne tegen internetvrijheid. Websites van de oppositie worden gehackt, bloggers gearresteerd en gemarteld. Ten minste één internetactivist overleed in gevangenschap.
De mensenrechtenwaakhond constateert dat hoewel steeds meer Russen toegang hebben tot internet, de vrijheid onder druk staat. Het Kremlin deinst er niet voor terug websites van oppositiebewegingen te blokkeren en blokkers op te pakken. Ook zou de overheid webgebruikers inhuren om de dominante partij, Verenigd Rusland, te promoten.
Het rapport van Freedom House kwam tot stand met steun van onder meer de Verenigde Naties en Google. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken subsidieert de Amerikaanse organisatie.