In mei 2007 werd de 61-jarige Sen gearresteerd, omdat hij de rol van koerier tussen een maoïstische leider in gevangenschap en een zakenman, die ook contacten met de maoïsten zou hebben, op zich zou hebben genomen. Sinds mei 2009 was hij op borgtocht vrij, maar in december werd hij tot levenslang veroordeeld voor het helpen van de maoïsten in hun strijd tegen de Indiase staat.

Lokale en internationale mensenrechtenorganisaties, zoals Amnesty International en Human Rights Watch, protesteerden tegen de veroordeling.

Volgens de overheid van de deelstaat zou Sen in het bezit zijn van maoïstische literatuur en zou hij die helpen verspreiden. Het nationale hooggerechtshof oordeelt vrijdag, dat Sen zich niet schuldig aan opruiïng heeft gemaakt, ook als hij dat zou hebben gedaan. Hij zou hooguit een sympathisant van de maoïsten genoemd kunnen worden, aldus het hof.

Volgens Sens advocaat geeft de uitspraak hoop voor de behandeling van de zaak in hoger beroep. Er zijn naar schatting twaalfduizend maoïstische militanten actief in twintig van India’s 28 deelstaten. In de afgelopen twintig jaar zijn ongeveer 6500 mensen in het conflict om het leven gekomen.