Mensenrechten niet gebaat bij congres Cuba
HAVANA (ANP) – Voor het eerst sinds 1997 houdt de Communistische Partij van Cuba (PCC) een groot congres. Daarom vijf vragen over het congres, dat zaterdag begint, aan Kees van Kortenhof. Hij is voorzitter van de Stichting Glasnost in Cuba, een Nederlandse organisatie die aandacht besteedt aan de mensenrechtenbeweging in het Caraïbische land.
Het laatste congres van de PCC was in 1997. Waarom heeft het zolang geduurd voordat tot een nieuw congres werd besloten?
„Als je kijkt naar de ruim vijftig jaar dat de Cubaanse Revolutie bestaat, zie je dat er in die periode slechts zes congressen zijn geweest, die van dit jaar meegerekend. Dat komt onder meer omdat het congres nooit echt belangrijk is geweest. Het was de persoon Fidel Castro die altijd de belangrijkste besluiten nam. Verder heeft ook de ziekte van Fidel Castro in 2006 een rol gespeeld en het feit dat hij in februari 2008 het presidentschap overdroeg aan zijn broer Raúl. Daarna zijn er binnen het regime belangrijke interne discussies geweest over de koers die Cuba zou moeten volgen.”
Is het congres belangrijk voor Cuba?
„Dat hangt een beetje af van welke kant je het bekijkt. Als Stichting Glasnost in Cuba hebben wij nauwe contacten met dissidenten. De meesten verwachten weinig van het congres. Raúl spreekt over het ‘updaten’ van het systeem. Het woord ‘hervormingen’ wordt angstvallig vermeden. De vraag is of aan het eind van het congres de oude garde op het podium staat of dat er ook vernieuwers bij zijn.”
Als we het over hervormingen hebben, gaat het dan om vernieuwingen op economisch en politiek gebied?
„Nee, dan gaat het uitsluitend om economische hervormingen. Die zijn hard nodig, gezien de grote economische problemen waarin het land verkeert. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag: mogen de Cubanen zelf gaan bepalen aan wie ze hun huis of auto verkopen. Raúl Castro heeft zelf al gezegd dat dit zou moeten kunnen. Op politiek terrein verwacht ik geen opvallende vernieuwingen. Niet alleen omdat het regime heeft laten weten dat dit een typisch economisch partijcongres is. Het is ook zo dat de machthebbers daar niets voor voelen.”
Toch zijn er de laatste tijd circa tachtig dissidenten vrijgelaten. Is dat geen aanwijzing dat Cuba meer oog gaat krijgen voor mensenrechtenkwesties?
„Ik denk het niet. Die dissidenten waren voor het regime een last in de dialoog die Cuba heeft met onder meer de Verenigde Staten en de Europese Unie. Dat de machthebbers zich niet hebben bekeerd, blijkt onder meer uit de wijze waarop op de Cubaanse televisie in de afgelopen weken is gesproken over vreedzame en fatsoenlijke bloggers. Die zijn door het regime neergezet als ‘cyberterroristen’.”
Op welke wijze zou de internationale gemeenschap ertoe kunnen bijdragen dat de mensenrechtensituatie in Cuba verbetert?
„De Amerikaanse oud-president Jimmy Carter gaf onlangs het goede voorbeeld. Hij sprak tijdens een recent bezoek aan het land niet alleen met vertegenwoordigers van het regime, maar ook met dissidenten en bloggers die zich kritisch over het regime uitlaten. Door met die mensen te praten geef je hun toch een zekere bescherming.”