Uit het onderzoek blijkt dat de oorlog in Irak de kloof tussen de VS en Europa heeft verbreed. Minder Europeanen zijn positief over de VS en omgekeerd zijn de Amerikanen ook minder positief over Europa. In de moslimwereld heeft het wantrouwen tegenover het Amerikaanse beleid zich sinds vorig jaar uitgebreid tot landen buiten het Midden-Oosten.

In Indonesië beschouwt 74 procent Amerika als een potentiële militaire bedreiging. In Pakistan is dit percentage 72 procent en in Turkije beschouwt 71 procent Amerika als potentieel gevaar.

Een van de ernstigste slachtoffers van het Amerikaans-Britse militaire optreden tegen Irak is volgens het PEW-onderzoek de geloofwaardigheid van de VN. In de meeste landen die door PEW werden getoetst menen meerderheden dat de oorlog in Irak heeft aangetoond dat de VN „geen belangrijke rol meer speelt.”

Behalve de verwijdering tussen Amerika en Europa en het groeiende wantrouwen van de moslimwereld tegenover de VS blijkt de oorlog ook de steun voor de internationale strijd tegen het terrorisme verzwakt te hebben.

President Bush komt er persoonlijk niet goed af in het onderzoek. In pro-Amerikaanse landen hebben weinig mensen vertrouwen in Bush als wereldleider. In de meeste landen van het onderzoek worden de Russische president Poetin, zijn Franse collega Chirac, de Duitse kanselier Schröder en de Britse premier Blair meer gewaardeerd dan de Amerikaanse president.

Zelfs onder Amerikanen is het vertrouwen in Blair groter dan het vertrouwen in Bush. De Britse premier is ook nummer één onder Canadezen en Australiërs. In Italië en Spanje beschouwt men VN-secretaris-generaal Kofi Annan als de meest bekwame internationale leider.