Europese uitzendwet dreigt uit te blijven
Als een Europese richtlijn over uitzendwerk uitblijft, vreest de vakcentrale FNV dat volgend jaar heel veel goedkope arbeidskrachten uit het voormalige Oostblok in Nederland aan de slag gaan.
In reactie op het vastlopen van een wetsvoorstel in Brussel over uitzendwerk zei vice-voorzitster K. Roozemond van de FNV dinsdag zich zorgen te maken over de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie.
„Voor Nederlandse uitzendkrachten heeft het uitblijven van Europese regels in principe weinig gevolgen. De Nederlandse regels blijven gewoon gelden. Maar dan moet onze wetgeving wel toetredingsproof worden gemaakt”, aldus Roozemond.
Het geflopte wetsvoorstel uit Brussel lijkt sterk op de Nederlandse Wet flexibiliteit en zekerheid. Die schrijft voor dat uitzendkrachten in principe recht hebben op hetzelfde loon als vaste werknemers, tenzij in een uitzend-CAO is geregeld dat ervan mag worden afgeweken.
„Zonder de Europese richtlijn kunnen straks Poolse uitzendkrachten via een bureau uit het eigen land in Nederland tegen minimale arbeidsvoorwaarden aan het werk worden gezet”, stelt Roozemond. „Tegelijk worden de Nederlandse arbeidskrachten, die wel volgens de CAO worden betaald, weggeconcurreerd.”
Volgens de vice-voorzitster van de FNV moet dit probleem gerepareerd worden in de Wet arbeidsvoorwaarden voor grensoverschrijdende arbeid. „Voortaan moeten werknemers uit een ander EU-land die in Nederland aan de slag zijn, ook onder de CAO-afspraken vallen. Dan worden ze gelijk aan de Nederlandse werknemer behandeld en betaald.”
De organisatie van uitzendwerkgevers ABU heeft gemengde gevoelens nu het overleg over een Europese regeling is vastgelopen. „Wij springen een gat in de lucht dat de richtlijn zoals die in Brussel voorlag het niet heeft gehaald”, aldus juridisch en internationaal beleidsmedewerkster Y. van Dyck. De ABU loopt vooral te hoop tegen het principe dat uitzendwerkers hetzelfde loon zouden moeten verdienen als werknemers in vaste dienst.
„Wel is het hard nodig dat er een kader voor uitzendwerk wordt geschapen”, stelt Van Dyck. Europese wetgeving zou de uitzendsector eindelijk erkenning geven. Van Dyck wijst erop dat uitzendwerk nu nog vaak in het schemergebied van de arbeidsmarkt wordt geplaatst en in verband wordt gebracht met illegale praktijken zoals kinderarbeid.
„Wij zijn, net als de FNV, tegen oneerlijke concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden”, stelde de ABU-medewerkster gisteren. Zij sprak echter tegen dat een EU-richtlijn voor uitzendwerk veel uitkomst kan bieden, omdat het onmogelijk zou zijn heel Europa volgens dezelfde regels te laten werken. Het gat moet volgens haar worden gedicht in de Nederlandse wet voor grensoverschrijdende arbeid.