Minister Verhagen in Berlijn om economische band te versterken
BERLIJN – De economische samenwerking tussen Nederland en Duitsland is heel goed, maar kan nog beter, vindt minister Verhagen van Economische Zaken. „Een motor die goed loopt, moet je toch regelmatig bijstellen.”
De minister zei dat dinsdag tijdens een rondetafelconferentie waaraan topmensen uit het Nederlandse en Duitse zakenleven deelnamen. Koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima woonden dinsdagmiddag een deel van de conferentie bij. De koningin is voor een vierdaags staatsbezoek in Duitsland.
De samenwerking kan vooral verbeterd worden in de dienstensector, zei minister Verhagen. De export van diensten, zoals van adviesbureaus, architectenkantoren en uitzendorganisaties, blijft achter ten opzichte van andere sectoren. „In Duitsland zijn veel beroepen beschermd. Daar lopen Nederlandse architecten bijvoorbeeld tegenaan.”
Verhagen en zijn Duitse collega Brüderle hebben dinsdag nadrukkelijk uitgesproken dat de euro als sterke munt overeind moet blijven. Samen zullen zij zich in Europa (blijven) inzetten op dat punt. Verhagen: „Een sterke euro is belangrijk. Daarom moeten we de Europese economie gezond houden.” De minister vindt wel dat vooral landen in Zuid-Europa flink moeten saneren om dat te realiseren. Verhagen en Brüderle onderstreepten samen het belang van innovatie. Ook op het gebied van energiewinning.
In de conferentie van ondernemers klonk van Duitse kant overigens felle kritiek op de rem die er op de bouw van een elektriciteitscentrale bij de Nederlandse Eemshaven is gezet. RWE –een grote Duitse energieproducent– is de bouwer van de centrale en is ontstemd. Minister Verhagen stelde dat het bedrijf zich moet voegen naar het Nederlandse beleid.
Over de kerncentrales gaan de ministers geen afspraken maken. Nederland en Duitsland laten elkaar daarin vrij, zei Verhagen. „Nederland is ervoor dat alle kerncentrales snel een test ondergaan om te zien of ze aan opgestelde normen voldoen. Als landen hebben we over en weer de plicht om te zorgen dat de centrales veilig zijn. Die verantwoordelijkheid hebben we”, aldus de bewindsman.
De handel tussen Duitsland en Nederland is enorm, zo werd dinsdag een- en andermaal tijdens het staatsbezoek benadrukt. Jaarlijks passeert er voor 132 miljard euro de grens. Weinig economieën zijn ook zo vervlochten als die van Nederland en Duitsland. Wereldwijd gezien zijn alleen die van de Verenigde Staten en Canada, van China en Verenigde Staten en die van Duitsland en Frankrijk meer met elkaar verweven.
Op de Nederlandse ambassade in Berlijn kunnen ze zo nog een paar superlatieven opnoemen: Alle Duitse havens samen zijn kleiner dan de Rotterdamse. De haven van de Maasstad is op zijn beurt weer van essentieel belang voor Duitsland.
Duitsland is ook de belangrijkste markt als het om de export van cultuur (voorstellingen en tentoonstellingen) gaat. Juist in de creatieve sector liggen kansen, denken ze op de ambassade. Met name Berlijn richt zich daar sterk op.
Nederland handelt vooral met de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, maar er is meer te halen. In de deelstaten Beieren en Baden-Württemberg doen Nederlanders veel minder. Toch zijn dat de regio’s waar het in Duitsland juist gebeurt. Ook in het voormalige Oost-Duitsland zou Nederland zichtbaarder kunnen zijn, blijkt uit de investeringscijfers. Minister Verhagen blijft daaraan werken, zo zei hij dinsdag.
Ook voor kleine ondernemers valt er nog wat te winnen in Duitsland, zo zei minister Verhagen. „Daar moeten we elkaars markten toegankelijker voor maken.”