Dat heeft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) dinsdag geschreven aan de Tweede Kamer. De onderzoeksraad kijkt niet alleen naar de regelgeving zelf, maar onderzoekt ook de uitvoering en handhaving van de regels.

In een toelichting zei Opstelten dat tegenover de nabestaanden van de slachtoffers de verplichting bestaat de regels voor wapenbezit „zo fundamenteel en stevig mogelijk tegen het licht te houden”. De minister wilde niet ingaan op het wapenbezit van de met psychische problemen kampende schutter, al zei hij „natuurlijk zo zijn gedachten daarover te hebben” toen hij daarvan hoorde. „Maar meer ook niet.”

Dat de minister de Onderzoeksraad gevraagd heeft om in actie te komen, wil niet zeggen dat hij er op voorhand van uitgaat dat de wapenregels nu niet deugen. Het gaat hem erom dat er antwoorden komen op de vragen die leven in Alphen aan den Rijn en in het hele land.

Er loopt al een strafrechtelijk onderzoek en een onderzoek van de Rijksrecherche naar het verstrekken van een wapenvergunning aan de dader van de schietpartij. Opstelten wil daarom verder niet inhoudelijk ingaan op het onderwerp van die onderzoeken, onder meer de contacten van de schutter met de geestelijke gezondheidszorg.

Pas als alle onderzoeken achter de rug zijn, wil Opstelten bekijken wat er moet gebeuren met de regels voor legaal wapenbezit en het toezicht daarop.