Goldstonerapport staat voor Amnesty International nog rechtovereind
De jongste uitspraken van Richard Goldstone over zijn onderzoek naar de Gazaoorlog hebben hem verbaasd. Toch blijft Ruud Bosgraaf van Amnesty International bij de belangrijkste conclusies van de commissie. „Het rapport staat voor ons nog rechtovereind.”
Jaren geleden liep Ruud Bosgraaf een paar dagen mee met Richard Goldstone. Lang voor de Zuid-Afrikaanse rechter zijn omstreden rapport over de Gazaoorlog van eind 2008 zou schrijven. „Hij kwam toen op mij over als een zeer erudiete en evenwichtige man”, zegt Bosgraaf in het Amnestykantoor in Amsterdam.
Dat Goldstone een van de belangrijkste conclusies uit zijn rapport –dat Israël doelbewust Palestijnse burgers aanviel– in een ingezonden artikel in The Washington Post heeft herroepen, verbaast Bosgraaf dan ook. „Dat was verrassend. Aan de andere kant was de rest van zijn artikel ook weer niet zo opzienbarend.”
Naar de reden van Goldstones manoeuvre blijft het slechts gissen. Bosgraaf: „Hij heeft na het verschijnen van het rapport nogal wat over zich heen gehad. Niet alleen van Israëlische zijde, maar ook van de Joodse gemeenschap wereldwijd. Dat zou misschien een rol kunnen hebben gespeeld.”
Zelf waagde Amnesty zich destijds in een eigen onderzoek naar de gebeurtenissen in de Gazaoorlog niet aan de stelling dat Israël doelbewust burgers aanviel. „Ik geloof niet dat Israël zo’n beleid voert. Los daarvan valt zoiets nauwelijks te bewijzen. Wél is er onvoldoende onderscheid tussen militaire en burgerdoelen gemaakt. Daarmee zijn de Geneefse Conventies (bepalingen over humanitair recht in oorlogstijd, RD) onvoldoende nageleefd. Wat dat betreft staat het Goldstonerapport voor ons nog rechtovereind.”
Dat geldt toch evenzeer voor Hamas?
„Absoluut. Er is geen enkele twijfel dat de raketbeschietingen door Hamas er duidelijk op gericht waren burgers te treffen. Dat is in strijd met het internationale recht. Overigens is het in dat verband wel aardig dat het mandaat van de VN-Mensenrechtenraad destijds alleen een onderzoek naar het Israëlische optreden inhield. Goldstone heeft –tegen de stroom in– dat mandaat uitgebreid door ook de andere kant te onderzoeken. Wij waren heel blij dat hij de opdracht heeft uitgebreid.”
Israël heeft naar aanleiding van het rapport zo’n 400 incidenten onderzocht. Hamas deed helemaal niets. Spreekt een organisatie als Amnesty Hamas daar ook op aan?
„Wij hebben gesprekken gehad met alle Palestijnse groeperingen, variërend van Hamas tot Islamitische Jihad. We hebben ze op het naleven van de Geneefse Conventies aangesproken. Daar willen ze weinig van weten. Wat dat betreft maken we ons weinig illusies.
Overigens vinden wij nog steeds dat Israël te weinig heeft onderzocht. De onderzoeken zijn bovendien niet onafhankelijk en transparant. Amnesty International gelooft Israël natuurlijk niet op zijn blauwe ogen.”
De oprichter van Human Rights Watch (HRW), dat een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Goldstonerapport speelde, heeft HRW ervan beschuldigd Israël tot een pariastaat te maken. Terecht?
„Dat moet u aan Human Rights Watch vragen. Amnesty International is er in elk geval niet op uit Israël tot een pariastaat te maken. Onze kritiek was gelijk verdeeld, en dus evenzeer tegen Hamas gericht.”
Israël weigerde aan het onderzoek van Goldstone mee te werken, omdat de opdrachtgever –de VN-Mensenrechtenraad– sterk bevooroordeeld zou zijn. Kunt u dat argument begrijpen?
„Ja, de Mensenrechtenraad bemoeit zich wel erg vaak met Israël, terwijl andere, minstens zo dringende, kwesties niet worden onderzocht. Tegelijkertijd zeg ik: Werk altijd mee aan een onderzoek, vooral als je niets te verbergen hebt.”
Zal de bereidheid van Israël om aan onderzoeken mee te werken na de recente uitspraken van Goldstone toenemen?
„Dat weet ik niet. Veel belangrijker vind ik dat Israël de aanbevelingen uit het rapport ter harte neemt en zich veel meer –en natuurlijk liefst helemaal– aan de Geneefse Conventies houdt. Dat geldt ook voor Hamas, hoewel ik me daar –opnieuw– weinig illusies over maak.
Anderzijds moeten we ook realistisch zijn. In elke oorlog vallen burgerdoden. Wat dat betreft vecht je voortdurend met één hand op de rug. Israël wil zich in principe ook wel aan de conventies houden. De andere partij heel duidelijk niet. Dat zorgt op voorhand al voor een asymmetrie in dit conflict.”