FNV: veel mis bij bouw centrale RWE/Essent
EEMSHAVEN (ANP) – Er gaat veel mis tijdens de bouw van de kolencentrale van RWE/Essent in de Eemshaven. Volgens FNV Bouw en FNV Bondgenoten worden arbeidsvoorwaarden structureel met voeten getreden, aldus de bonden donderdag.
Zij constateren dat bouwvakkers vaak lange dagen maken. „We krijgen meldingen van twaalf tot zelfs zestien uur”, zegt Eric Baars van FNV Bouw. Bouwvakkers moeten soms lang achtereen ‘s nachts werken en worden onder druk gezet als ze het ergens niet mee eens zijn.
Bij de bouw van de centrale zijn 1500 tot tweeduizend bouwvakkers aan het werk. Zeventig procent komt uit het buitenland. Deze groep is doorgaans niet op de hoogte van de rechten en plichten, aldus Baars. Door de taalbarrière is er ook een grotere kans op ongelukken waar RWE/Essent te weinig aan doet, zeggen de bonden.
De afgelopen jaren zijn bij de centrale vier bedrijfsongevallen geweest. In maart nog viel een Poolse bouwvakker van een steiger bijna twintig meter omlaag. Hij raakte zwaargewond. Volgens de bonden is het veelzeggend dat RWE/Essent kort na het ongeluk voor duizend bouwvakkers een spoedcursus veiligheid belegde. Dat het beter kan, bewijst volgens de bonden de eveneens in aanbouw zijnde centrale van Nuon in de Eemshaven. Daar zijn minder problemen, aldus Baars.
Het steekt de bonden ook dat zij niet vrijelijk de bouwplaats mogen bezoeken om te praten met hun leden. „We moeten ons twee maanden vooraf aanmelden. RWE/Essent houdt de controle en de regie. Een soort embedded vakbondswerk”, zegt Baars.
RWE/Essent laat in een reactie weten „zich niet te herkennen in de aantijgingen”. „Wij hebben nog niet zo lang geleden zowel de FNV als PvdA-Kamerlid Tjeerd van Dekken op de bouwsite op bezoek gehad en hebben wij uitgebreid met hen gesproken. Toen hebben wij ook aangeboden dat de FNV gewoon contact kan houden met de bouwleiding van RWE op de bouwsite. We zijn altijd bereid om met iedereen in gesprek te zijn en te blijven. De aantijging dat RWE dat niet zou zijn, is pertinent onwaar en grote onzin.”