Koussa, een van de invloedrijkste mensen in de kring rond Gaddafi, zou het regime niet langer willen vertegenwoordigen wegens de aanvallen van de regeringstroepen op burgers. Koussa wordt gezien als het brein achter de Libische toenadering tot het Westen van de afgelopen jaren.

Het overlopen van de minister is een gevoelige klap voor Gaddafi, uitgerekend op het moment dat zijn troepen de rebellen steeds verder terugdringen. De regeringsmilities zijn nog altijd in het voordeel tegen de slecht bewapende opstandelingen, ondanks anderhalve week van hevige westerse bombardementen.

De luchtaanvallen hadden de rebellen de kans geboden ver op te rukken. In enkele dagen trokken ze vanuit hun bolwerk Benghazi honderden kilometers westwaarts. Pas bij Gaddafi’s geboorteplaats Sirte bood het regime tegenstand

De zware wapens waarvan de opstandelingen geloofden dat de westerse bombardementen ze hadden vernietigd, geven opnieuw de doorslag. Terugtrekkende rebellen zeiden dat het zelfmoord zou zijn verder te vechten tegen Gaddafi’s beter bewapende en getrainde strijders.

Het leveren van wapens zou de rebellen een nieuw elan kunnen geven. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië sluiten wapensteun niet uit, hoewel de NAVO daar geen voorstander van is. Sommige juristen stellen zelfs dat het in strijd zou zijn met het wapenembargo tegen Libië.

Ondanks de twijfels en kritiek zou de Amerikaanse president Barack Obama onlangs een geheim decreet hebben ondertekend, waarmee hij de inlichtingendienst CIA groen licht geeft om de opstandelingen te ondersteunen. Welingelichte bronnen binnen de Amerikaanse regering hebben dat woensdag laten weten aan persbureau Reuters.

Hoewel de strijd in Libië een wisselvallig verloop kent, toonde Obama zich in een interview met NBC optimistisch. „We verwachten dat Gaddafi uiteindelijk zal aftreden als we druk blijven uitoefenen, niet alleen militair maar ook op andere manieren”, aldus de president.