Christopher Catherwood: Splits Libië op in drie afzonderlijke delen
De internationale gemeenschap moet Libië helpen om zich op te splitsen in drie delen. Dat is de enige manier om een bloedige chaos zoals in Irak te vermijden.
Dat zegt dr. Christopher Catherwood, schrijver van ”Churchill’s Folly: How Winston Churchill created Iraq” in 2004. In dit boek beschrijft Catherwood hoe de latere oorlogspremier als minister van Koloniale Zaken in 1921 drie afzonderlijke gebieden samenvoegde tot één Irak. „Met alle gevolgen van geweld van dien.”
De reden waarom Churchill dit deed, was dat hij geld wilde besparen. „Hij trok de grondtroepen terug en dacht de rebellen wel vanuit de lucht te kunnen bombarderen. Op termijn zou het wel goed komen. Maar dat gebeurde niet.”
Het was een schoolvoorbeeld van een koloniale weeffout, meent Catherwood, zoon van de voormalige Europarlementariër Sir Fred Catherwood en kleinzoon van de bekende prediker dr. Martyn Lloyd-Jones. „De kwestie Irak achtervolgt ons nog elke dag. Churchill bracht een sjiitische bevolking onder de soennitische koning Faisal, die ook nog eens in Saudi-Arabië was opgegroeid. Hij wist eigenlijk niet wat hij deed.”
Als Irak zou zijn opgedeeld in drie verschillende landen (voor soennieten, sjiieten en Koerden), zou de kans op blijvende vrede veel groter zijn geweest, meent Catherwood. „Kunstmatige landen, zoals Tsjechoslowakije en Joegoslavië, worden nooit een succes. Op een gegeven moment imploderen ze gewoon en grijpt één groep de macht.”
Of Irak alsnog kan worden opgedeeld, betwijfelt Catherwood. „Er zijn al heel veel doden gevallen. Bovendien is er een grote sjiitische minderheid in het door soennieten overheerste Bagdad. Dat moet je dan ook oplossen. En een Koerdische staat vraagt de medewerking van Turkije, omdat ook daar veel Koerden wonen. Ik denk niet dat Ankara daaraan wil meewerken. Ik vrees dat het te laat is. Het blijft fantasie.”
Maar voor Libië is opdeling nog steeds een „logische” optie, meent de Britse historicus uit Cambridge. „Ik denk dan aan drie gebieden; twee aan de Middellandse Zee met een mediterrane cultuur, en één in het zuiden met een meer Afrikaanse cultuur.”
Catherwood erkent dat de huidige VN-resolutie voor Libië slechts voorziet in (militaire) bescherming van de burgerbevolking. Alle andere doelstellingen –zoals een mogelijke verandering van regime– zijn daarmee niet gewettigd. Catherwood: „Dat wettelijke kader is voor mij als christen belangrijk. Daarom was ik in 2003 tegen de invasie in Irak, omdat die geen goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad had.”
Toch denkt de Britse auteur dat een machtswisseling wel „het gevolg” kan zijn van het huidige militair ingrijpen. „Daarna kan de internationale gemeenschap verder praten over wat er met het land kan gebeuren.”
Catherwood zou het toejuichen als de Verenigde Naties het land „begeleiden” naar een opsplitsing, net als momenteel met Sudan gebeurt. „Laat het land zijn oorspronkelijke vorm weer krijgen en ontdoe het van zijn kunstmatige koloniale erfenis. Het alternatief is dat anders in Libië de verschillende groepen zullen blijven vechten om de controle over het hele land. De geschiedenis leert dat het vrijwel overal zo gaat, dus waarom niet in Libië?”