Duitsland in spagaat door afzijdige opstelling rond Libië
BERLIJN – Door 300 extra soldaten naar Afghanistan te sturen, hoopt Duitsland de diplomatieke schade te herstellen die is ontstaan doordat Duitsland zich bij militaire acties tegen Libië afzijdig houdt. „Op deze manier helpen we onze bondgenoten hun handen vrij te houden voor inzet in Libië”, zei de nieuwe Duitse minister van Defensie, Thomas de Maizière, woensdag.
In Afghanistan moeten de 300 Duitse soldaten de Awacs-radarvliegtuigen voor verkenningsvluchten boven Afghanistan gaan bemannen en begeleiden. Tot nu toe had Duitsland de uitzending van extra soldaten naar Afghanistan categorisch afgewezen.
„Onze bondgenoten kunnen dus wel degelijk op ons rekenen”, zei dminister van Defensie De Maiziere woensdag na het besluit van de Duitse regering. Het klonk als een bezweringsformule, want binnen de internationale gemeenschap vraagt men zich wel degelijk af waarom Duitsland „de internationale bondgenootschappen ondergeschikt maakt aan nationale belangen?” zoals dagblad The New York Times het deze week formuleerde.
Sinds de Tweede Wereldoorlog was Duitsland nog nooit zo geïsoleerd als nu. Als enige van de westerse mogendheden onthield Berlijn zich vorige week donderdag van stemming in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over het instellen van een vliegverbod boven Libië. Belangrijkste argument: de uitkomst van de militaire interventie is ongewis. Misschien leidt ze tot de inzet van grondtroepen en wie garandeert er dan dat de oorlog snel voorbij zal zijn? luidde de Duitse rederening.
In de Veiligheidsraad bevond Duitsland zich plots zij aan zij met China, Rusland, India en Brazilië. Met als verschil dat de opstelling van China en Rusland –beiden hebben vetorecht in de raad– door waarnemers juist als een stilzwijgende ínstemming werd gezien. Duitsland liet daarentegen zijn bondgenoten in de steek, zo is onder waarnemers de opvatting.
In een eerste reactie stemden echter alle politieke partijen in met het besluit van de Duitse regering om zich afzijdig te houden in Libië. De eerste kritiek kwam van commentatoren in de kranten. „Door niet in te grijpen kiest Duitsland indirect partij voor Gaddafi”, schreef de krant Die Welt.
Onder politici zijn het juist de Groenen die vinden dat Duitsland mee had moeten doen, maar net als bij alle partijen, heerst ook binnen die partij onenigheid.
Intussen gaat oppositionele aandacht vooral uit naar de „diplomatieke catastrofe” (zoals de sociaaldemocratische (SPD) buitenlandwoordvoerder het noemde), die de minister van Buitenlandse Zaken door Duitslands ’Alleingang’ heeft aangericht.
Een maand geleden sprak Westerwelle immers nog ferme taal sprak over Libië. „De tijd van eisen stellen is voorbij, nu moet worden gehandeld”, riep hij toen. Westerwelle pleitte vervolgens voor een wapenembargo tegen Gaddafi.
Oppositieleider Steinmeier van de SPD –in het vorige kabinet-Merkel was hij minister van Buitenlandse Zaken– benadrukte deze week dat ook de Verenigde Staten sceptisch waren en daarom had de bewindslieden in Berlijn volgens hem „met enige diplomatieke overtuigingskracht” bij de stemming in de Veiligheidsraad niet in een isolement terecht hoeven komen.” Bij die stemming wérd Duitsland ook volledig verrast door het „ja” van de Verenigde Staten en van bijvoorbeeld een westerse bondgenoot als Portugal.
Volgens insiders zou Westerwelle zelfs hebben willen tegenstemmen in de Veiligheidsraad. Daarmee zou Duitsland helemáál geïsoleerd hebben gestaan. Bondskanselier Angela Merkel wist dit op het nippertje te voorkomen en kan daarom nu tenminste nog suggereren dat de aangenomen VN-resolutie „ook de onze” is. Ze wenste vervolgens haar bondgenoten zelfs „veel succes.”
Oud-minister van Buitenlandse Zaken namens de Groenen Joschka Fischer hekelde dinsdag de in zijn ogen omzichtige houding van de regering, maar ook die van zijn weifelende partijgenoten. „De eensgezindheid van de landen met veto-recht in de Veiligheidsraad, de steun van de Arabische Liga en de deelname van twee Arabische landen aan de humanitaire interventie – wat wil de Bondsregering eigenlijk nog meer om te kunnen instemmen?”, vroeg hij zich vertwijfeld af.
Als minister van Buitenlandse Zaken was Fischer in 1999 medeverantwoordelijk voor het besluit om Duitsland aan de oorlog in Kosovo te laten deelnemen, het was de eerste oorlogshandeling mét Duitse deelname sinds de Tweede Wereldoorlog.
Net als de Franse president Sarkozy, wordt de Duitse regering voor de voeten geworpen zijn besluit genomen te hebben genomen met het oog op binnenlands-politieke belangen. Zo zou Westerwelle met een schuin oog hebben gekeken naar twee deelstaatverkiezingen van komende zondag. Vooral in Baden-Württemberg dreigen de regeringspartijen veel stemmen te verliezen, en door zijn opstelling in de V-raad zou dat enigszins gecorrigeerd kunnen worden.
Een enquête van afgelopen vrijdag geeft de gespleten houding weer die er onder de Duitse bevolking tegenover een militaire interventie in Libië bestaat. Ruim 60 procent stemde in met militaire actie tegen Gaddafi, maar ook vond 65 procent dat Duitsland daaraan niet deel zou moeten nemen.
Deze spagaat verklaarde de Australische commentator en doorgewinterde Duitslandkenner Oliver Marc Hartwick als een poging om toch vooral moreel aan de „juiste kant” te willen blijven.