Buurt: Sloop leegstaande kerk GGiN Terneuzen
TERNEUZEN – De brand die vorige week de voormalige kerk van de gereformeerde gemeente in Nederland (GGiN) in Terneuzen trof, heeft zijn sporen achtergelaten. Buurtbewoners willen dat het pand wordt gesloopt.
De brandlucht in de Vlooswijkstraat is goed te ruiken. Het kerkgebouw, dat al jaren leegstond, werd in de nacht van donderdag op vrijdag getroffen door brand.
Ondanks dat buurtbewoners willen dat het voormalige bedehuis wordt gesloopt, gaat dat het bejaarde echtpaar Neels, dat pal naast de kerk woont, aan het hart. „We wonen hier sinds 1953 en zijn trouwe kerkgangers. Ik voelde me altijd prettig in deze kerk en had de sleutel van het poortje waardoor de mensen naar binnen gingen”, zegt de 83-jarige Neels.
Van de brand merkte hij aanvankelijk niets. „Ik werd wakker van het lawaai. Een brandweerman kwam bij ons aan de deur en zei dat we ons gereed moesten houden en uit voorzorg de nodige spullen moesten verzamelen.” Het echtpaar hoefde uiteindelijk zijn woning niet te verlaten. De kerk liep vooral schade op aan het dak. Acht jaar geleden werd het gebouw gesloten. Een Brabantse investeerder zou het pand hebben aangekocht. „De kerk is 150 jaar oud. In 1939 is er nog een nieuwe gevel geplaatst”, weet Neels.
Een buurvrouw die een paar huizen verder woont, stapt van haar fiets. „De kerk had van mij haar functie mogen houden. Het was wel druk met de kerkgangers, maar daar had ik geen last van. De verpaupering heeft nu toegeslagen. Je zag in de straat steeds meer junks en daklozen die de kerk kraakten. Ik heb de politie meermalen gebeld dat er een man aan de achterkant het gebouw binnendrong. Op klaarlichte dag, zo brutaal zijn ze.”
Buurman Van Meir kijkt naar de resten van het gebouw. „Ik denk dat krakers een kaars hebben aangestoken. Een paar dagen voor de brand werd er een gaslucht waargenomen. Het energiebedrijf heeft toen het gas afgesloten. Wat ik ook zo betreur is dat de glas-in-loodramen door vandalen zijn vernield. De kerk had beter kunnen afbranden”, verzucht Van Meir.