Nederland nog niet nodig bij actie
DEN HAAG – Aan Nederland is formeel nog geen verzoek gedaan om te assisteren bij de militaire acties tegen het Libische regime.
Premier Rutte had zaterdag na topoverleg in Parijs aangegeven dat ons land bereid is mee te vechten.
Hij was op uitnodiging van de Franse president Sarkozy naar de Franse hoofdstad gereisd, waar Frankrijk, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië het voortouw namen voor ingrijpen in Libië. Andere landen doen ook al mee, maar volgens Rutte is het nu eerst zaak dat de NAVO bepaalt welke rol die organisatie kan spelen bij het militaire ingrijpen.
Komt er alsnog een verzoek om bijstand, dan kan de krijgsmacht volgens Rutte snel bijspringen.
De mijnenjager Hr. Ms. Haarlem is in ieder geval al in de Middellandse Zee, maar maakt deel uit van een NAVO-vlootverband dat daar volgens reguliere planning oefent.
Rutte snapt dat sommige mensen terughoudend zullen zijn over Nederlandse steun aan acties in Libië, omdat ons land al actief is in bijvoorbeeld Afghanistan. „Tegen hen zeg ik: we hebben te maken met een regime dat de eigen bevolking bombardeert en nergens voor terugschrikt. Het past bij Nederland, bij onze internationale traditie, de bescherming van de mensenrechten, dat wij onze verantwoordelijkheid nemen.”
SP-Kamerlid Van Bommel zei zaterdag dat hij er alle begrip voor heeft dat Nederland wacht op een verzoek van de NAVO voor een bijdrage aan militair optreden tegen Libië. Europese landen die nu al vliegtuigen en schepen aanbieden doen dat alleen maar voor de bühne, stelde hij. „Het is van nul en generlei waarde.” Veel belangrijker vindt hij wat landen uiteindelijk echt gaan leveren. Hij vermoedt dat de landen die nu vooroplopen, dat alleen maar doen omdat ze in het verleden banden met Gaddafi hadden.
Van de twintig Nederlanders die nu nog in Libië verblijven, hebben er drie laten weten dat ze het Noord-Afrikaanse land alsnog willen verlaten, meldde het ministerie van Buitenlandse Zaken zondag. Het gaat om Nederlanders die op een paar honderd kilometer van de stad Benghazi wonen, waar de strijd tussen aanhangers van Gaddafi en hun tegenstanders zich concentreert.
De drie zouden wel veilig zijn. Ze hadden eerder aangegeven dat ze in Libië wilden blijven. Onbekend is of het militaire ingrijpen de reden voor deze mensen is om alsnog naar Nederland te willen terugkeren. Het ministerie zegt te doen wat mogelijk is om de mensen te helpen. „We blijven daarover met hen in contact.”
De overige zeventien Nederlanders verblijven in de omgeving van de hoofdstad Tripoli. Zij hebben aangegeven in het land te willen blijven. Het gaat veelal om mensen die al jaren in Libië wonen en soms twee nationaliteiten bezitten.
PvdA-Tweede Kamerlid Timmermans riep het kabinet er zaterdag toe op een lijst aan te leggen van buitenlandse bv’s in Nederland die (deels) in handen zijn van staten waar een dictator aan de macht is of waar mensenrechten worden geschonden. Volgens Timmermans kan Nederland actie ondernemen bij actuele ontwikkelingen zoals nu in Libië. Nederland kan „direct zien wat er aan economische activiteit is in Nederland en de tegoeden snel bevriezen.”