In Japan kent men geen helden, wél slaafse werknemers
APELDOORN – Waarom reageren Japanners zo gelaten op de afschuwelijke gevolgen van de aardbeving? En zijn die 180 doorwerkende werknemers bij de Fukushimacentrale ook in Japanse ogen helden?
Nu de wereld naar Japan kijkt, ligt het gevaar van onbegrip en misverstand op de loer. Logisch, want Japan denkt, voelt en handelt nu eenmaal anders.
Dát Japan anders is, heeft ook de Amerikaanse politicoloog (en Japanner van origine) Francis Fukuyama nadrukkelijk onderstreept in zijn boek ”Trust” (Nederlandse editie: ”Welvaart”), dat gaat over de grondslagen van economisch handelen. Gemeenschapszin en vertrouwen zijn volgens hem in Japan extreem sterk ontwikkeld.
Japanners zijn bij uitstek kuddedieren en verschillen daarin sterk van Chinezen. Dat zijn immers familiefreaks. Zij tonen juist een groot wantrouwen jegens alles wat daarbuiten ligt, inclusief de staat. In Japan hebben het bedrijfsleven en de staat de Japanse familie juist sterk uitgehold. Japanners zijn zodoende vóór alles werknemers en burgers. Chinezen zijn in de eerste plaats vader, zus, broer, oom, neef. En zij willen wél direct de straat op zodra ze hun regering iets verwijten.
In Japan is van dat activisme nauwelijks iets te merken. Trouwens, tegen wie zouden ze moeten protesteren? De Japanse regering werd door de Japankenner Karel van Wolferen ”het Systeem” genoemd: machtig maar anoniem. Ook Fukuyama wijst erop dat Japanners een sterk onderscheid maken tussen de werkelijke machthebbers en verantwoordelijken –die onzichtbaar en anoniem blijven– en degenen die publiek het woord voeren, bijvoorbeeld tijdens crises.
Maar er speelt meer mee. Het Japanse gedrag van enerzijds gelatenheid en anderzijds slaafse toewijding is geworteld in een oude cultuur. Hieronder enkele centrale begrippen uit die cultuur.
Gambari. Je letterlijk doodwerken voor je baas, zoals dat waarschijnlijk is gebeurd bij de kerncentrale van Fukushima, is in Japan een regelmatig opduikend fenomeen. Karoshi heet dat: dood door overwerk. Dat komt zo’n 500 keer per jaar voor. Terwijl westerlingen zulk opofferend gedrag individualistisch inkleuren als zijnde heldhaftig, benadrukken Japanners juist de voorbeeldige toewijding die erin tot uiting komt. Dat alles houdt verband met het begrip (beter: deugd) gambari, en dat staat voor door het vuur gaan en niet opgeven. Werken tot je erbij neervalt, dát is gambari. Fanatisme hoort er ook bij. Een Japanner laat zich gemakkelijk opjutten om gekke dingen te doen, om zijn grenzen te verleggen en te overschrijden.
Bushido. Een andere cruciale deugd houdt hiermee verband: bushido, totale toewijding. De term komt voort uit de Japanse riddermoraal, ten tijde van de samurai, die hun leven moesten opofferen voor hun heer. Bushido staat nu voor volledige overgave aan je baas of het bedrijf waar je werkt, zonder je eigen grenzen in acht te nemen.
Aimai. De vage berichtgeving over de gevolgen van de tsunami was de afgelopen dagen veel westerse waarnemers een doorn in het oog. Vaagheid is in Japan juist een grote deugd. Dat is terug te voeren op het begrip aimai, dat –inderdaad– vaagheid, dubbelzinnigheid betekent. Alles is in Japan gericht op de orde en harmonie van de gemeenschap en op het goed houden van relaties. Vaagheid en dubbelzinnigheid zijn daarbij onmisbaar. Terwijl een westerling dol wordt van iemand die almaar reageert met „zou kunnen” of „misschien”, is dat onder Japanners voorbeeldig gedrag. De botte bijl van het westerse individualisme, waarin iedereen „lak” heeft aan wat ‘men’ zegt, is de Japanner vreemd. Die proeft eerst de sfeer van de groep, van wat ‘men’ denkt en komt met een aangepaste reactie.
Honne en Tatemae. Direct hiermee verband houden de begrippen (deugden) honne en tatemae. Honne staat voor wat men persoonlijk en dus werkelijk denkt, voelt of drijft. Tatemae is wat je behoort te zeggen volgens de groep of de gemeenschap, en wat je dus ook daadwerkelijk naarbuiten brengt. In het Westen is iemand die nooit zegt wat hij echt denkt een lafaard; een tatemae-aanhanger is er een meeloper. De bekende Japanse psycholoog Takeo Doi heeft over dit in westerse ogen schizofrene gedrag van Japanners boeiende dingen gezegd in ”The Anatomy of Self, the individual versus the Society.” In Japan is zo iemand een burger op zijn best. Een verwijt als „maar gisteren zei je tegen mij nog heel iets anders”, zul je in Japan daarom niet vaak horen.