Het negatieve beeld van Europa in Israël
De Europeanen hebben een slechte reputatie in Israël. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Dominique de Villepin, kreeg een duidelijk ”nee” te horen van zijn Israëlische ambtgenoot toen hij zondag zei dat Frankrijk graag zou willen helpen bij de uitvoering van de ”routekaart” voor het Midden-Oosten.
De laatste tijd zijn er in de ogen van de Israëliërs voldoende ontwikkelingen geweest die het wantrouwen bevestigen. Dat wantrouwen is op de achtergrond altijd aanwezig vanwege het lot van de Europese Joden in de Tweede Wereldoorlog. Sommige academici in Europa riepen op de Israëlische academische wereld te boycotten. De weigering van Frankrijk en Duitsland de oorlog tegen Irak te steunen ondervond geen begrip. De poging in België premier Ariel Sharon voor een tribunaal te slepen voor een bloedbad dat de falangisten in Libanon aanrichtten, riep zelfs verontwaardiging op onder Sharons politieke tegenstanders in Israël. Deze week viel bij een enkeling te horen dat Israël laag scoorde bij het Eurovisie Songfestival vanwege politieke redenen.
Voor het Helmut Kohl Instituut voor Europese Studies van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem was de crisis in de verstandhouding tussen Europa en Israël reden voor een wetenschappelijk congres. De conferentie had de veelzeggende naam: ”Woelige wateren: Europa en zijn betrekkingen met de Verenigde Staten en Israël”.
„De sfeer is zeer slecht”, gaf de ambassadeur van de Europese Commissie in Israël, Giancarlo Chevallard, woensdag toe. Maar hij voegde er in één adem aan toe dat de Israëliërs zich vergissen. De basis van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Israël is „solide” en het vooruitzicht op goede banden in de toekomst zijn „uitstekend.”
Hij wees erop dat de handel tussen de Unie en de Joodse staat de afgelopen tien jaar is verdrievoudigd. Europa is de belangrijkste markt voor Israël. Het economische partnerschap staat niet ter discussie. En de betrekkingen voeren verder dan de handel, zo betoogde de ambassadeur. Israëliërs en Europeanen werken samen op het gebied van cultuur, financiën en sport. Israël en de Europese landen zijn het er bovendien over eens hoe een moderne staat moet worden ingericht.
Volgens Chevallard zijn Europese diplomaten wel degelijk evenwichtig als het om Israël gaat. De Europese Unie steunt Israëls eis dat het veilige grenzen krijgt. Europese diplomaten spannen zich in voor hervorming in de Palestijnse Autoriteit - iets wat de Israëliërs ook graag zouden zien.
Dat het Europese beleid zo gek nog niet is bleek volgens Chevallard toen de Europeanen 23 jaar geleden zeiden dat er een Palestijnse staat moest komen. Deze week stemde de rechtse Likud zelfs in met het idee van een Palestijnse staat, toen deze partij de zogenaamde ”routekaart voor vrede” formeel accepteerde.
Waarover de Europese Unie en Israël het met elkaar oneens zijn, is de schending van de mensenrechten. Europa begrijpt volgens hem dat militaire maatregelen soms nodig zijn, maar militaire maatregelen alleen schieten tekort. En Europa mag kritisch zijn, aldus de diplomaat. „We behoren tot dezelfde Europese familie”, zei hij. „Daarom geven we kritiek.”
De Israëlische professor Gerald Steinberg van de Bar Ilan Universiteit zei dat hij een „hoge bloeddruk” kreeg na de lezingen te hebben aangehoord waarin de Europese visies werden geëtaleerd. De Israëliërs werden volgens hem op de conferentie minzaam toegesproken. Steinberg ergert zich eraan elke morgen het nieuws te moeten vernemen dat Europese politici de Palestijnse leider Yasser Arafat de hand schudden. Volgens hem ontbreekt het de Europese Unie aan een coherent Midden-Oosten-beleid, terwijl de retoriek rijkelijk aanwezig is.
De Unie lanceerde in november 1995 in Barcelona het euromediterrane partnerschap met twaalf landen ten zuiden en oosten van de Middellandse Zee. Het doel daarvan is samenwerking te bevorderen op het gebied van politiek en veiligheid, op economisch en financieel gebied en op sociaal-cultureel gebied. Volgens Steinberg is de Europese Unie het proces alleen maar gestart vanwege de angst met immigranten overspoeld te worden.
Hij verweet de Europese Unie na tientallen vergaderingen en talloze projecten geen wezenlijke evaluatie te hebben uitgevoerd van het partnerschap. De Europeanen zouden -anders dan de Amerikanen- geïnteresseerd zijn in een proces, niet in de resultaten. Wat het partnerschap bijvoorbeeld zegt over vrede en stabiliteit betreft een luchtspiegeling. „De rest van de wereld is geen Europa”, stelde Steinberg. „Er bestaat een verwarring van wens met werkelijkheid.”
Volgens Steinberg heerst in Europa de misvatting dat de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook en de militaire bezetting van deze gebieden de blokkades vormen naar vrede. Een andere mythe is volgens hem dat de Verenigde Staten in staat zijn een oplossing in het gebied aan de partijen op te leggen. De vrede wordt volgens hem verhinderd door de Palestijnse eis dat de vluchtelingen terug moeten kunnen keren naar Israël en door de weigering een Joodse staat te accepteren.
Professor Karl Kaiser van het onderzoeksinstituut van de Duitse maatschappij voor het buitenlandse beleid in Berlijn zei naar aanleiding van Steinbergs toespraak: „Het zijn vooroordelen. Ik ben geschokt.” Hij stelde dat het onjuist is dat de Amerikanen geïnteresseerd zijn in de resultaten en de Europeanen in het proces. „Er zijn geen resultaten zonder proces”, aldus Kaiser.