De la Sablière zei dat na afloop van beraad achter gesloten deuren van de VN-Veiligheidsraad over het etnisch geweld in het Centraal-Afrikaanse land. In de vergadering van vijftien landen heeft Frankrijk een ontwerpresolutie ingediend over de inzet van de vredesmacht onder Frans commando. Volgens de Franse VN-ambassadeur wordt daarover mogelijk vandaag nog gestemd.

In de provincie Ituri, in het noordwesten van Congo, richten strijders van de Hema- en de Lendu-stam slachtingen aan in de provinciehoofdstad Bunia en in elkaars dorpen. De afgelopen weken vielen daarbij alleen al in Bunia meer dan 300 doden. Tienduizenden inwoners van het gebied zijn op de vlucht geslagen. In Congo is wel een VN-missie, Monuc, maar de militairen daarvan zijn slechts waarnemers, die niet zijn bewapend en geen mandaat hebben om effectief op te treden.

Diplomaten hebben gezegd dat Frankrijk Uganda en Rwanda heeft gevraagd in te stemmen met de komst van de vredesmacht. Zij zijn niet alleen buurlanden van Congo, maar zijn ook nauw bij de burgeroorlog betrokken. Volgens de diplomaten heeft Uganda het plan al goedgekeurd en heeft Rwanda laten weten dat ook te zullen doen.

Sinds 1998 heeft geweld in Ituri aan zo’n 50.000 mensen het leven gekost en een half miljoen mensen uit hun huizen verjaagd. Miljoenen mensen zijn door de gevechten onbereikbaar voor de internationale hulpverleners in het gebied. Dat heeft plaatsvervangend noodhulpcoördinator van de VN Carolyn McAskie deze week gezegd na een rondreis door Ituri.

Intussen heeft het conflict in Congo zich uitgebreid naar het buurland Zambia. In de Zambiaanse hoofdstad Lusaka deelde de regering mee dat de rebellen zich in het noordelijk grensgebied van Zambia hebben verschanst en dat zij daar vechten met regeringstroepen.

Zambia heeft volgens minister van Binnenlandse Zaken Shikapwasha militairen naar het gebied gestuurd om de rebellen te verdrijven. Die zouden proberen het bezette stuk Zambia te gebruiken als steunpunt en als gebied om zich in terug te trekken. Zambia accepteert dat volgens de minister niet.