Aanval biedt Libische Raad nieuwe kans
BENGHAZI (ANP) – De Libische Nationale Raad in Benghazi vertegenwoordigt de opstandelingen in het oosten van het land. Ze moet de acties van het verzet stroomlijnen en de rebellen een stem geven in het buitenland.
Het orgaan, dat is gevestigd in het gerechtsgebouw van de tweede stad van het land, werd opgezet nadat opstandelingen vorige maand vrij snel het oosten van het olierijke Libië in handen hadden gekregen. Ze verzetten zich tegen het bewind van Muammar Gaddafi die in 1969 aan de macht kwam na een staatsgreep.
Gaddafi schakelde de oppositie in de afgelopen decennia volledig uit. De georganiseerde tegenstanders die nog over zijn, zijn ernstig verdeeld. Het enige dat ze bindt in de strijd tegen Gaddafi zijn twee doelen: vrijheid en een einde aan de onderdrukking.
Toen Gaddafi het oosten kwijtraakte, zetten in verschillende plaatsen burgers lokale raden op om het bestuur over te nemen. Deze lokale groepen zouden in theorie allemaal een vertegenwoordiger naar Benghazi moeten sturen die dan zitting krijgt in de raad. Die bestaat op dit moment uit dertig leden en wordt geleid door Mustafa Abdel Jalil, de oud-minister van Justitie. Gaddafi heeft een beloning op het hoofd van Jalil gezet.
De verdeeldheid van de oppositie was de afgelopen tijd terug te zien in de raad. Zo spraken de raadsleden niet met één mond. Ze verschilden van mening over een eventueel buitenlands militair ingrijpen in het conflict. Ook verschilde de oppositie volgens The New York Times nog van mening over de vraag of de Raad zich formeel tot overgangsregering moest uitroepen. De Fransen maakten vorige week bekend de Raad te erkennen als enige legitieme vertegenwoordiger van Libië.
Ondanks die opsteker uit Parijs, leek het einde van de Raad de afgelopen dagen snel dichterbij te komen. De troepen van Gaddafi trokken snel op richting Benghazi en het vliegveld bij de stad kwam al onder vuur te liggen. Nu de VN-Veiligheidsraad het groene licht heeft gegeven voor militaire actie tegen Gaddafi, ziet de toekomst van de Libische Nationale Raad er opeens heel anders uit.