Sinds de aardbeving van vrijdag en de daaropvolgende tsunami teisteren branden en ontploffingen de kerncentrale. De toestand lijkt volledig uit de hand te zijn gelopen omdat het koelsysteem en ook de noodvoorzieningen voor koeling niet werken.

Legerhelikopters, gewoon brandblusmateriaal en zelfs een waterkanon van de politie, zijn donderdag ingezet om te voorkomen dat brandstofstaven in de kerncentrale van Fukushima, 225 kilometer ten noordoosten van Tokio, droog vallen en op grote schaal radioactieve stoffen uitstoten. De prioriteit bij de bluswerkzaamheden ligt bij de reactorvaten en bassins met gebruikte staven bij de reactoren drie en vier van de kerncentrale. Daar missen de brandstofstaven een overkapping die nodig is om radioactieve stoffen ‘onder het deksel’ te houden.

Het gebrek aan stroom is niet alleen in Fukushima een probleem. De Japanse minister van Economische Zaken, Banri Kaieda, heeft de bevolking donderdag opgeroepen het energieverbruik te verminderen om een algehele stroomuitval te voorkomen.

De aardbeving onder de zeebodem ten oosten van Japan had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. Het was een van de krachtigste ooit geregistreerd. Maar de vloedgolf erna veroorzaakte de meeste slachtoffers. De autoriteiten meldden donderdag dat 5321 mensen om het leven zijn gekomen. Voorts worden nog 9329 mensen vermist. De schade wordt op 150 miljard euro geschat.