Bahrein maakt met geweld einde aan protest
MANAMAH (ANP) – In Bahrein is woensdag met geweld een eind gemaakt aan de protesten van de sjiitische oppositie. Er vielen zeker zes doden bij de ontruiming van het kamp van de betogers op het Parelplein in het centrum van de hoofdstad Manamah.
De autoriteiten hebben in het hele land alle demonstraties en samenscholingen verboden. Ook is er een avondklok ingesteld in delen van de hoofdstad, die van kracht is tussen 16.00 uur en 04.00 uur.
De sjiitische minister van Volksgezondheid nam ontslag uit woede over het ingrijpen. Zijn eveneens sjiitische collega van Volkshuisvesting „boycot” de regering. Een vooraanstaand sjiitisch oppositielid, Abdel Jalil Khalil, sprak tegen Reuters van een „vernietigingsoorlog”.
Het Parelplein was het symbool van het verzet geworden. Daar kampeerden al weken sjiieten die politieke hervormingen eisen. Even na zonsopgang trokken pantserwagens en tanks ondersteund door helikopters richting het plein. Met onder meer rubberkogels en traangas verdreef de politie de betogers die met brandbommen terugvochten. Na twee uur was het plein leeg.
Volgens de BBC stierven drie mensen, toen de politie het vuur opende op betogers. Ook werden drie agenten gedood. Een ziekenhuis waar gewonden naartoe werden gebracht, is door het leger omsingeld en doorzocht. Artsen zouden worden bedreigd. Een chirurg zei dat gewonde demonstranten behandeling wordt geweigerd.
De Amerikaanse minister Hillary Clinton van Buitenlandse Zaken noemde de gebeurtenissen „verontrustend”. Volgens haar is bondgenoot Bahrein de verkeerde weg ingeslagen. Bahrein is de thuishaven van de Amerikaanse Vijfde Vloot. Ook Londen en Berlijn keurden de actie af. Het eveneens sjiitische Iran veroordeelde de ingreep, terwijl de Iraakse premier Nuri al-Maliki zei bezorgd te zijn over de ontwikkelingen.
De sjiieten (70 procent van de bevolking) worden achtergesteld. De macht is in handen van de soennitische koning en zijn geloofsgenoten. Sjiieten demonstreren sinds 14 februari voor meer invloed, gesteund door de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte.
Koning Hamad bin Isa al-Khalifa deed enkele concessies, maar die gingen niet ver genoeg voor de betogers. Daarop kondigde de vorst dinsdag voor drie maanden de noodtoestand af. Een dag eerder waren op zijn verzoek al militairen uit Saudi-Arabië het land binnengetrokken om de orde te herstellen.