Het is de eerste aanval van de rebellen op een wijk in Abidjan waar aanhangers van Gbagbo wonen. Het is een teken dat de strijders, die ook wel de „onzichtbare commando’s” worden genoemd, naar het zuiden optrekken, in de richting van het paleis van Gbagbo. Volgens een van de strijders is eerder al een noordelijk gedeelte van de stad in hun handen gevallen. Aanhangers van Gbagbo werden uit het stadsdeel geweerd.

De grens tussen de gebieden die in handen zijn van de commando’s en de gebieden waar getrouwen van Gbagbo aan de macht zijn schuift steeds verder op richting het zuiden. Hoewel Gbagbo nog altijd de controle heeft over het staatsapparaat, waaronder het leger, de ministeries en de haven, begint de stad langzaam uit zijn handen te glippen.

Een diplomaat beschreef de opmars van de rebellen, die zichzelf de Force Nouvelle (FN) noemen, als een „langzame sluipgang.” De speciale gezant van de Verenigde Naties voor Ivoorkust bevestigde op een persconferentie dat de rebellen een steeds groter gebied in handen krijgen.

De rebellen hebben eerder verklaard bereid te zijn het presidentieel paleis aan te vallen. Ze wachten echter op toestemming van Ouattara, die niet van plan zou zijn om een oorlog te beginnen.

Ouattara heeft via een woordvoerder laten weten dat hij geen contact heeft met de rebellen. Mensen in de kring rond Ouattara zeggen dat hij dit niet wil, omdat hij niet de indruk wil wekken dat hij de macht in het land met geweld naar zich toe trekt.

Ouattara’s premier en voormalig leider van de FN, Guillaume Soro, zei in februari dat „het volk van Ivoorkust zijn eigen revolutie moet bewerkstelligen en Gbagbo moet wegjagen.” Prompt werd daarop een konvooi legervoertuigen aangevallen in de wijk PK-18, een Ouattarabolwerk in Abidjan. Soro is van mening dat diplomatie geen zin heeft. Pogingen van de Afrikaanse Unie het land uit de politieke impasse te halen zijn tot dusverre op niets uitgelopen.

Gbagbo heeft al eerder laten zien geweld niet te schuwen. Eind februari zette de zittende president tanks, machinegeweren en raketwerpers in tegen burgers in Abobo, een voorstad van Abidjan. Zeker 250.000 mensen zijn Abobo ontvlucht en bijna 400 mensen kwamen om het leven. De politieke impasse in Ivoorkust is uitgelopen op bloedige straatgevechten en heeft het land op de rand van een burgeroorlog gebracht.

Meer dan 450.000 Ivorianen zijn door het geweld van huis en haard verdreven, aldus de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, UNHCR. Volgens de instantie werden lichamen in Abidjan door honden opgegeten.

President Gbagbo beschuldigt de Verenigde Naties ervan bevooroordeeld te zijn en heeft VN-toestellen verboden te vliegen over gebieden die onder zijn controle staan. In Ivoorkust zijn zo’n 9000 VN-militairen aanwezig om toe te zien op een staakt-het-vuren dat na een korte burgeroorlog in 2003 werd overeengekomen.

Ouattara bezocht de laatste dagen onder meer Nigeria om regionale steun te verwerven voor zijn pogingen aanspraak op zijn verkiezingsoverwinning te maken. De Afrikaanse Unie (AU) organiseerde de afgelopen week afzonderlijke gesprekken met Gbagbo en Ouattara. De AU erkende Ouattara vorige week nogmaals als rechtmatige president van Ivoorkust. De AU heeft echter geen wettelijke middelen om haar besluiten kracht bij te zetten en lijkt huiverig om militair in te grijpen in het conflict in Ivoorkust. Analisten vrezen dan ook dat de onenigheid uiteindelijk in een regelrechte burgeroorlog zal ontaarden.