Dolis was eerder betrokken bij onderhandelingen met de radicaalislamitische Talibanrebellen in Afghanistan, waar het na 7,5 maanden lukte een Griekse gevangene vrij te krijgen. „Met Libië was het zwaarder. We hebben ons alleen gefocust op de vrijlating van de Nederlanders. We maakten hen duidelijk dat een vrijlating een goed gebaar naar de wereld zou zijn”, benadrukte de bewindsman in Gödöllö bij Boedapest in de marge van een vergadering van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken.

Griekenland raakte bij de onderhandelingen betrokken nadat een Libische gezant in Athene was gearriveerd.

Tijdens het overleg zouden de Libiërs geen enkel moment beschuldigingen richting de drie Nederlanders hebben geuit. Kort nadat de militairen waren opgepakt, werden zij op de Libische staatstelevisie nog van spionage beschuldigd.

Dolis wilde de Libiërs ervan overtuigen dat de militairen met een humanitaire missie bezig waren. Ze probeerden onder anderen een Nederlander het land uit te brengen.

Dolis ving de militairen op nadat ze waren vrijgelaten. „Ik zag hun lach en hun ongelooflijke blijdschap”, aldus de viceminister, die over trotse en dappere militairen sprak. Ze zouden tijdens hun gevangenschap de hele tijd hun uniform hebben gedragen, mét de Nederlandse vlag, stelde de Griek.