Duitsland levert islamitische leider niet uit
Duitsland mag de islamitische leider Metin Kaplan niet uitleveren aan Turkije omdat hij daar politieke vervolging riskeert. Een rechtbank in Düsseldorf besloot de veroordeelde extremist, bekend als de Kalief van Keulen, dinsdag vrij te laten.
De regering van de Bondsrepubliek was aanvankelijk ook tegen uitlevering, omdat Kaplan in zijn vaderland rekening met de doodstraf moest houden. Later ging Berlijn akkoord met de Turkse wens. Kaplan vocht dat besluit aan.
Ankara wilde de islamitische leider vervolgen wegens hoogverraad en terrorisme. De radicale moslim beoogde met zijn organisatie Kalifaatstaat van Turkije een islamitisch bestuurde staat met hem aan het hoofd te maken.
Volgens Ankara bestaan er banden tussen de Kalifaatstaat en het terreurnetwerk al–Qaeda. Kaplan zou in 1998 een vliegtuig op het mausoleum van de stichter van het moderne Turkije, Atatürk, hebben willen laten storten.
De Duitse autoriteiten verboden de Kalifaatstaat eind 2001, na de aanslagen op de Verenigde Staten, omdat zij de organisatie als extremistisch beschouwden. Het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken verbood ook de in Nederland geregistreerde stichting Dienaren van de Islam, die de activiteiten van de organisatie zou financieren.
Kaplan zat vier jaar in de cel, omdat hij tot de moord op een rivaal had opgeroepen. Kort na zijn oproep schoot een onbekende de concurrent van Kaplan dood. Zijn straf zat er in maart op, maar in verband met het uitleveringsverzoek van Turkije bleef hij achter slot en grendel.