Zeven van de acht Britten zouden leden zijn van de militaire elite-eenheid SAS. Ze beschermden een Britse diplomaat die in het geheim contact wilde leggen met Libische oppositieleiders. Ze werden 30 kilometer buiten Benghazi aangehouden door opstandelingen. Die vonden onder meer wapens bij ze.

Een verslaggever van al-Jazeera zag het achttal aan boord gaan van de HMS Cumberland, een Britse oorlogsbodem die in de haven van Benghazi ligt. Volgens de Britse omroep BBC zal dat schip hen naar Malta brengen.

Minister van Buitenlandse Zaken William Hague zei in een toelichting dat de Britten „moeilijkheden ondervonden” tijdens hun missie in het Noord-Afrikaanse land, waar opstandelingen een bloedige strijd voeren tegen troepen die trouw zijn aan leider Muammar Kaddafi. Die problemen zijn volgens hem nu opgelost.

Een woordvoerder van de Nationale Libische Raad, het leiderschap van de rebellen in Benghazi, liet weten dat de Britten onverrichter zake zijn vertrokken uit Libië. „Wij hebben geweigerd om ook maar iets hen te bespreken”, zei een woordvoerder. „Libië is een onafhankelijk land en wij hebben grenzen waarvan wij verwachten dat iedereen die respecteert”, voegde hij eraan toe.

Volgens een verslaggever van de BBC in Benghazi was het incident rond de Britse commando’s het gevolg van een „beschamende inschattingsfout”. Hij zei dat de Britten kennelijk geen moment hebben stilgestaan bij de reactie die in de huidige, gespannen situatie te verwachten valt als een groep gewapende mannen in het holst van de nacht per helikopter arriveert.

Hague zei dat Groot-Brittannië op termijn, ditmaal in overleg met de Libische oppositie, een nieuw team wil sturen om de banden met de tegenstanders van het regime aan te halen. „Wij blijven aandringen op het vertrek van Kaddafi en blijven samen met de internationale gemeenschap de legitieme ambities van het Libische volk steunen”, aldus de bewindsman.