Er vielen naar verluidt veertien doden in de strijd maar de aanvallers handhaafden zich in niet in de stad.

Het oosten van Libië is sinds half februari in handen van groepen die het ruim veertig jaar oude bewind van Muammar Gaddafi ten val willen brengen.

De rebellen in de noordoostelijke regio Cyrenaica hebben de aanval afgeslagen of de aanvallers gaven het eenvoudig op. Een commandant van de rebellen speculeerde woensdag tegenover een correspondent van de BBC dat Gaddafi’s troepen geen munitie meer hadden en daarom afdropen. De gevechten waren vooral hevig bij het strand en bij de universiteitsgebouwen en de aanvallers namen enige tijd belangrijke olie-installaties in. Maar aan het einde van de dag waren er geen Gaddafigetrouwen meer te bekennen in Brega, aldus de BBC.

Sommige verdedigers van Brega dachten dat de aanvallers mogelijk niet erg gemotiveerd waren. Het behoud van Brega is een belangrijke overwinning voor hen. De rebellen vreesden aanvankelijk weinig te kunnen inbrengen tegen Gaddafi’s troepen en tegen hun vermoede opmars naar Benghazi. Maar Gaddafi’s troepen verdwenen relatief snel van het toneel in Brega.

De opstandelingen in Benghazi hebben wel om luchtsteun van de Verenigde Naties gevraagd. Ze hopen dat buitenlandse gevechtsvliegtuigen gevreesde eenheden van het regime, zoals die van zwart-Afrikaanse huurlingen, uitschakelen. De aanval op Brega is naar verwachting niet de laatste van regeringsgetrouwe troepen.

Gaddafi toonde zich in de hoofdstad Tripoli onverzettelijk. Hij waarschuwde dat hij tot de laatste man en de laatste vrouw zal vechten tegen een westerse militaire interventie in zijn land. „Als de Amerikanen of het Westen Libië binnenvallen, dan zal het een hel en een bloedbad worden, erger dan Irak”, zei Gaddafi. Hij negeerde opnieuw de omvang van het binnenlandse verzet en ontkende dat er gewelddadige demonstraties zijn geweest. Het land heeft slechts te kampen met wat duistere cellen van al-Qaeda en gangsters, zei Gaddafi.