Op 29 april 2009 werd Jonzen met een klimtouw om het leven gebracht. M. zat op de achterbank van de auto waarmee de twee naar het Franse Fontainebleau waren gereisd om hun hobby te gaan uitoefenen. Hij verstopte het stoffelijk overschot in een greppel. Het lichaam werd bijna een maand later gevonden. M. maakte in Jonzens auto een rondrit door verschillende Europese landen en werd in Duitsland gearresteerd.

Onderzoek in het Pieter Baan Centrum wees uit dat de verdachte lijdt aan ernstige schizofrenie. Hij was bang vergiftigd te worden en zag het slachtoffer als een potentieel gevaar. „Hij was het contact met de realiteit kwijt”, zei zijn advocaat dinsdag. „Maar hij heeft vervolgens wel een uitgebreid dwaalspoor aangelegd”, aldus de officier van justitie.

Volgens het OM waren er voldoende aanwijzingen dat er sprake was van moord met voorbedachten rade. Maar de advocaat bepleitte dat zijn cliënt in een toestand van psychose had gehandeld en niet toerekeningsvatbaar kon worden gehouden voor zijn daad. M. bekende schuld tijdens een zitting in oktober. De rechtbank achtte na bijna twee jaar voorarrest verdere celstraf onnodig en plaatste hem op de wachtlijst voor opname in een psychiatrische instelling.